Hoger risico bij nieuwe leenvorm
DEN HAAG – Huizenkopers die een tweede hypotheeklening aangaan, zoals omschreven in het woonakkoord, lopen een verhoogd risico.
Dat stelt minister Blok (Wonen) in een gisteren verschenen brief aan de Tweede Kamer waarin hij de voorwaarden voor de nieuwe hypotheekconstructie bekendmaakt.
De nieuwe constructie, die onderdeel was van het woonakkoord dat het kabinet onlangs sloot met D66, SGP en ChristenUnie, zorgt ervoor dat huizenbezitters maximaal 50 procent van de woningwaarde kunnen bijlenen om hun aflossing mee te financieren. Hierdoor zijn de uitgaven in de beginperiode lager, wat een voordeel zou kunnen zijn voor bijvoorbeeld starters met een goed carrièreperspectief. Ook kan de tweede lening worden gebruikt bij een tijdelijke terugval in het inkomen, zoals bij werkloosheid of gezinsuitbreiding.
Uit de brief van Blok blijkt onder meer dat de tweede lening niet onder de Nationale Hypotheek Garantie valt, waardoor huizenkopers een extra restschuldrisico lopen. Ook erkent Blok dat huizenkopers met de nieuwe hypotheekvorm duurder uit zijn dan met een annuïtaire lening die binnen dertig jaar wordt afgelost, met name omdat de rente over de tweede lening niet aftrekbaar is van de belasting. Dit moeten geldaanbieders meewegen in hun adviezen en besluiten, waarschuwt Blok. Hij stelt dat de Autoriteit Financiële Markten er goed op gaat toezien dat de nieuwe hypotheken in het belang van de consument zijn.
Vereniging Eigen Huis (VEH) toonde zich gisteren kritisch over de nieuwe hypotheekvorm. „Dit past in de categorie ”waarom makkelijk doen als het moeilijk kan?”, aldus VEH, die de hypotheek „ingewikkeld, adviesgevoelig, duur en risicovol” noemt.
Rabobanktopman Moerland noemde de hypotheekconstructie gisteren te complex. „Ik kan me voorstellen dat dit een opstap is naar een nieuw en simpeler product. We moeten het niet te ingewikkeld maken.”