In het hotel waren op het moment van de aanslag leden van de door de Amerikaanse bezettingsmacht aangestelde Iraakse bestuursraad aanwezig. Een van hen raakte lichtgewond. In het hotel vielen geen zwaargewonden of doden.

Volgens een ooggetuige reed een man met hoge snelheid op de verkeerde weghelft naar het Bagdad Hotel. Een bewaker nam de automobilist onder vuur, waarna de auto op zo’n 50 meter van het hotel ontplofte. In de wijde omgeving van de plek van de aanslag werden ruiten uit hun sponningen geblazen. Volgens een ooggetuige hield de politie zes weken geleden op dezelfde plaats een man aan die op het punt zou hebben gestaan een zelfmoordaanslag op het zwaar bewaakte hotel te plegen.

Het was de tweede zware bomaanslag in Bagdad in korte tijd. Afgelopen donderdag veroorzaakte een zelfmoordactivist de dood van negen mensen bij een aanslag op een politiebureau in Sadr City, de sjiitische sloppenwijk van Bagdad.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde de „laffe daad van terrorisme.” President George Bush, die het weekeinde doorbracht in het presidentiële buitenverblijf Camp David, werd meteen van de aanslag op de hoogte gesteld.

Amerikaanse Congresleden hebben na de laatste aanslag president Bush opgeroepen meer internationale steun te zoeken voor de wederopbouw van Irak. De Democratische presidentskandidaat John Kerry zei dat de VN er meer bij betrokken moeten worden. Volgens Kerry zal de weerstand tegen de Amerikaanse bezetting alleen maar toenemen.

Een voorheen onbekende groep die zich ”De Jihad Brigades van imam Ali bin Abi-Taleb” noemt, heeft met aanslagen gedreigd in landen die deelnemen aan de bezetting van Irak. De boodschap was vervat in een verklaring en een video die zondag in de stad Fallujah ten westen van Bagdad in handen werden gespeeld van persbureau Associated Press. De authenticiteit ervan viel niet te verifiëren.

Op de video zijn vijf met geweren, granaten en antitankraketten gewapende en gemaskerde mannen te zien, van wie er een de verklaring voorleest. „Wij zijn vastbesloten te vechten tegen iedere soldaat uit een Arabisch of niet-Arabisch land die in Irak aankomt”, aldus de verklaring. „Wij zullen elk van hen beschouwen als een bezetter. In de nabije toekomst, indien Allah het wil, zullen wij onze operaties verplaatsen naar aangrenzende en niet-aangrenzende landen, Arabische en niet-Arabische landen die troepen naar Irak sturen.”

De door de Amerikaanse bezettingsmacht aangestelde bestuursraad van Irak en de Amerikanen zijn het nog altijd niet eens over de mogelijke stationering van Turkse militairen in Irak. De Verenigde Staten zijn blij met de Turkse toezegging 10.000 soldaten naar het buurland te sturen, maar de Iraakse bestuursraad wil de Turken buiten de landsgrenzen houden, net als vredesmilitairen uit andere landen in de regio.

Vooral de Koerdische leden van de Iraakse bestuursraad verzetten zich fel tegen de komst van Turkse militairen, uit vrees dat het Turkse leger zijn offensief tegen de Koerden in het zuidoosten van Turkije uitbreidt naar het noorden van Irak.

De Koerd Massoud Barzani, een van de 24 leden van de raad, verklaarde zondag in Caïro dat de komst van troepen uit de buurlanden geen verbetering zal brengen in Irak. „Elk land heeft zijn eigen agenda en de komst van militairen uit de buurlanden naar Irak zou de problemen alleen maar vergroten”, stelde Barzani in overleg met Amr Moussa, de secretaris-generaal van de Arabische Liga.

De voorzitter van de bestuursraad, Iyad Allawi, erkende zaterdag op een persconferentie dat er met de Amerikaanse bezettingsmacht meningsverschillen bestaan over de mogelijke komst van Turkse troepen. Hij weigerde er echter verder op in te gaan en benadrukte dat beide partijen proberen een oplossing te vinden. Een ander lid van de raad, de Koerd Mahmoud Othman, zei evenwel dat de raad heeft besloten geen militairen uit Turkije het land binnen te laten. Buurlanden kunnen Irak ook op een andere manier helpen dan door troepen te sturen, verklaarde hij. Othman riep de Amerikanen en Turken op „te luisteren naar de opinie van het Iraakse volk” en niet te blijven hameren op iets wat niet in het belang van Irak is.

Uiteindelijk heeft de Amerikaanse bestuurder Paul Bremer het laatste woord over de komst van Turkse troepen. Hij heeft het recht om besluiten van de bestuursraad met een veto te treffen. Bremer zelf verklaarde onlangs de kans klein te achten dat hij ooit van zijn vetorecht gebruik hoeft te maken. Doet hij dat wel, dan zal de goede relatie tussen Bremer en de raad meteen tot het verleden behoren.

Onder zware bewaking hebben Amerikaanse militairen zaterdag de eerste nieuwe Iraakse bankbiljetten afgeleverd in Tikrit, de stad waar Saddam Hussein vandaan komt. De nieuwe, in Groot-Brittannië gedrukte dinarbiljetten lijken sterk op de biljetten die tot 1990 in omloop waren. De afbeelding van Saddam heeft plaats moeten maken voor een waterval, een portret van koning Hammurabi van het oude Babylon en monumenten. De briefjes zijn voorzien van diverse echtheidskenmerken, waardoor ze veel lastiger na te maken zouden zijn dan het oude biljet.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft zaterdag telefonisch overleg gevoerd met VN-secretaris-generaal Kofi Annan en zijn Russische ambtgenoot, Igor Ivanov, over de nieuwe Amerikaanse ontwerpresolutie over Irak.

De Verenigde Staten hopen door middel van een nieuwe Irak-resolutie van meer landen troepen en financiële steun te krijgen voor de stabilisering en wederopbouw van Irak.

De resolutie is op verzet gestuit van Annan en landen als Rusland, Frankrijk en Duitsland, die in Irak een grotere rol willen voor de Verenigde Naties en ook streven naar een snellere machtsoverdracht van de Amerikanen aan de Irakezen.