Buitenland

„Situatie in Kasjmir dit jaar verder verslechterd”

Ze kijken niet erg vrolijk, maar daar is dan ook geen reden voor. Alle vier komen ze uit het Indiase deel van Kasjmir. Op uitnodiging van het IKV brengen ze een bezoek aan Nederland: mensenrechtenactivist Parvez Imroz, de journalisten Zahir-ud-Din en Aasia Jeelani, en Bashir Ahmed, die Duits doceert aan de universiteit van Srinagar.

Drs. J. A. E. Vermaat
13 October 2003 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 00:38

De persconferentie die ze geven, wordt maar door één journalist bezocht - tekenend voor de geringe belangstelling die Nederlandse journalisten hebben voor wat er zich in Kasjmir afspeelt.

„Journalisten in Europa hebben geen idee van wat er zich in Kasjmir voordoet”, zegt Aasia Jeelani. En Parvez Imroz voegt er meteen aan toe: „Veel journalisten denken dat er door de toenadering tussen India en Pakistan niets meer over Kasjmir te melden valt. Maar de situatie is daar niet verbeterd, maar juist verslechterd. Er is daar helemaal geen sprake van normalisering. Zowel militanten en jihadisten als veiligheidstroepen houden onder de bevolking op vreselijke wijze huis. Wij zijn naar Europa gekomen om steun te zoeken voor vreedzame oplossingen.”

De vier vertegenwoordigen een plaatselijk netwerk dat zich de ”Jammu en Kasjmir Coalitie voor een Burgermaatschappij” (JKCCS) noemt. Voorzitter is Parzez Imroz. Hij geeft een maandblad over mensenrechten uit. „Wij geloven dat druk van buiten bijdraagt tot een oplossing”, zegt Imroz. „Wij willen een huis voor de vrede inrichten waar op vreedzame wijze aan een oplossing kan worden gewerkt en waar burgers die bedreigd worden en familieleden van vermisten elkaar kunnen ontmoeten. Maar ons initiatief ontmoet veel tegenstand.”

Eerder dit jaar wilde de JKCCS samen met het Nederlandse IKV een conferentie houden in Kasjmir. Er was al een subsidie toegezegd door de Europese Commissie. Maar onverwacht kregen de IKV-vertegenwoordigers van de Indiase ambassade op instructie van het ministerie van Buitenlandse Zaken in New Delhi geen visum. Het congres was van de baan. „Het geeft aan hoe moeilijk het is om internationaal aandacht te vragen voor de problemen in Kasjmir”, zegt Imroz. Als we niet eens gasten uit het buitenland kunnen laten overkomen, krijgen we een gevoel van hulpeloosheid. En we mogen geen geld uit het buitenland ontvangen, want dan worden we opgepakt. Ook een vreedzaam initiatief als dat van ons wordt direct met militanten of extremisten in verband gebracht. Terwijl wij juist tegen geweld zijn - van welke kant ook. Vertegenwoordigers van Amnesty International mochten evenmin naar Kasjmir.”

„Ghandi is ons grote voorbeeld”, aldus Zahir-ud-Din. „Hij wilde niets liever dan de vrede, maar hij werd door hindoe-extremisten vermoord.” „Er zijn 33.000 wezen en 17.000 weduwen in Kasjmir”, zegt Aasia Jeelani die de nieuwsbrief ”Voices Unheard” redigeert. Dit blad besteedt speciaal aandacht aan het lot van vrouwen, die vaak tussen wal en schip raken. Ook zij zegt dat het dit jaar eerder erger dan beter is geworden in Kasjmir. „Vrouwen worden verkracht, gemarteld en er is niemand die naar weduwen en wezen omkijkt. Er is geen sociale opvang. In bijna elk huishouden is er wel een familielid dat omgekomen is. Vrouwen hebben ook geen vertrouwen meer in de rechtspraak - de maatschappij wordt door mannen gedomineerd.”

Over de rol van het Rode Kruis is zij somber. „Het Rode Kruis is er wel, maar doet verder weinig. Er zijn in gevangenissen 20.000 mensen omgekomen of omgebracht zonder dat het Rode Kruis er iets aan deed. Ze moeten te veel aan de leiband van de regering lopen. En de regering zegt: Het Rode Kruis zit toch in Srinagar? We hebben niets te verbergen.”

Als vrouw heeft Jeelani het in Kasjmir niet gemakkelijk; ze is een moderne vrouw die ongesluierd over straat loopt. Als mensenrechtenactiviste loopt ze het risico doelwit te worden van de veiligheidstroepen, als niet-gesluierde vrouwenactiviste wekt ze de woede van de islamitische extremisten -de jihadisten- op. Ze weet zich bijna dagelijks bedreigd.

In Kasjmir verdwijnen nog dagelijks burgers. Zahir-ud-Din heeft daar een boekje over geschreven. „Er zijn ook journalisten gedood of verdwenen. Die zijn vaak het doelwit van extremisten die naar het regeringskamp zijn overgelopen. Deze hebben zich ontwikkeld tot een soort doodseskaders die iedereen die hun niet aanstaat kunnen vermoorden. Na het verschijnen van mijn boekje ben ik ook hun doelwit. En Parvez is al een keer beschoten. Ze kennen de bevolking beter dan de veiligheidstroepen. Zodra het donker wordt, blijven de mensen dan ook binnenshuis.”

„De bevolking in Kasjmir moet niets van de extremistische jihadisten hebben”, zegt Bashir Ahmed. „Die komen nog wel eens uit het buitenland, terwijl wij hier zelf onze problemen willen oplossen. Maar India denkt dat zo’n beetje alle inwoners van Kasjmir voor de jihad zijn. Wij geloven wel in zelfbeschikking, maar niet langs de weg van geweld. De jihadisten hebben een heel andere agenda: zij willen een islamitische staat. Dan zou Kasjmir in een soort Afghanistan veranderen en dat willen we onder geen beding.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer