Woensdagmiddag kwamen ze voor het eerst op internet, maar gekke declaraties als een zonnebril voor een minister, zijn zo één, twee, drie niet te vinden: het zijn een dienstreis hier, een hotelletje daar, een hapje zus en een krantje zo.

De declaratie van minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken bijvoorbeeld was in januari 563,25 euro, voornamelijk besteed aan kranten en tijdschriften. De bewindsman smikkelde beroepshalve ook een keer buiten de deur, met iemand van wie de naam is weggelakt, en deed dat voor dik 100 euro. Dat weglakken gebeurt meer.

Sommige collega’s declareren ook helemaal niets. Minister Henk Kamp van Economische Zaken bijvoorbeeld lijkt inderdaad heel economisch, want die maakte niks op of declareerde dat niet. Lodewijk Asscher van Sociale Zaken was al net zo zuinig. Collega Jet Bussemaker van Onderwijs sliep dan wel een keer in Groningen, maar maakte dat met 134,80 euro ook niet bont. Bij Veiligheid en Justitie waren topambtenaren wel op dienstreis en aten ze ook buiten deur, voor bijna 7500 euro, maar de beide bewindslieden declareerden zelf niets. De grote reiziger van het kabinet, minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken, had geen declaratie over januari omdat de rekeningen van zijn reizen in die maand worden betaald in februari.

Het is de bedoeling dat hierna elke maand opening van zaken wordt verschaft over wat 13 ministers, 7 staatssecretarissen, 11 secretarissen-generaal en ruim 50 directeuren-generaal en nog wat vergelijkbare functionarissen zoal hebben gespendeerd. Hoe vaste onkostenvergoedingen worden besteed, wordt niet gemeld.