„Alles ligt besloten in de eeuwige raad”
De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) stond zaterdag in Barneveld stil bij haar veertigjarig bestaan. „Dat we hier zijn, heeft te maken met de uitvoering van Gods eeuwige raad, waarin besloten ligt de weg waarin het de Heere behaagt Zichzelf aan een verloren mensdom bekend te maken”, zei ds. P. Blok. „Daarin is ook besloten de plaats van het eeuwig getuigenis en de wonderlijke weg van de Kerk naar dit Woord.”
Ds. Blok, eerste voorzitter van de GBS, mediteerde over Asaf in Psalm 77, met name over de woorden „Gods weg is in de zee.” „Asaf is op zijn plaats gebracht, om de leiding Gods met Zijn Kerk op aarde te aanvaarden. Asaf lag onder God, verenigd met God en Zijn wegen. Wat een wonder dat dit gebeurt. Dan gaat u er helemaal aan. God Zelf leidt Zijn volk uit de ongerechtigheid en de zonde. Maar dan barst de vijandschap los als Israël het leger van Farao en de Rode Zee ziet. Dan barst het ook van binnen los. Het wordt een vastgelopen en vijandig volk dat de wegen Gods niet kan aanvaarden.”
De emeritus predikant bracht dit over op Gods leiding met Zijn kerk door alle eeuwen. „Als God gaat werken in het leven en voor Zijn leven ruimte maakt, komt dat brute, bittere en vijandige bestaan openbaar. Want de mens wil niet bekeerd worden zoals God het wil. Door de weg der onmogelijkheid leert God Zijn volk echter een weg waar geen weg is. Die voetstappen Gods worden niet gekend, zegt de dichter. Er was geen teken dat er zulk een weg zou zijn, er was geen weg en ruimte en opening meer. Wat er wel is: een dodelijk vijandig mens, een adamskind zonder geloof en hoop, dat moet sterven aan alles wat in het leven gebeurd is en afgesneden is onder Gods recht. Wat een wonder dat God niet doorgetrokken heeft. God komt aan Zijn eer in de verheerlijking van Zijn goddelijke deugden. Dat is de weg die God met Zijn keurlingen houdt.”
Ds. Tj. de Jong, hervormd predikant in Staphorst, mediteerde over Psalm 56:11: „In God zal ik het Woord prijzen, in de Heere zal ik het Woord prijzen.” „De dichter verkeerde als vluchteling in droeve omstandigheden, ver van God en van de tabernakel. David heeft zich leren kennen als een dwaze duif, beeld van Gods Kerk. David was ver van zijn plek, hij had Saul, Michal, de Filistijnen tegen; maar allermeest had hij zichzelf tegen. Een wonder als de mens dat laatste ontdekt. David had wel de belofte van het koningschap, maar als het geen levend handgeld is, kan de ziel niet daarvan leven. Hier zien we een mens die het van alle kanten verbeurd en verzondigd heeft, ook na ontvangen genade. God maakt altijd schuld tot schuld in de beleving, maar zal Zijn volk in Christus nooit loslaten. David weet dat God in Christus met hem is en Zijn Woord gestand zal doen.”
Ds. A. van Heteren, christelijk gereformeerd predikant in Urk, sprak over Jeremia 36:23-25, waar Jehudi de rol des boeks in stukken sneed en in het vuur wierp. „In de vijandschap van de koning zien we de veroordelende kracht van het Woord en de zonde van de mens. De mens houdt er niet van veroordeeld en afgebroken te worden en dat er niets meer van die mens overblijft. We zijn van nature niets anders dan verwerpers van het Woord door de diepe val in Adam.
Bent u wel eens geschrokken door het veroordelende Woord? Het komt aan op de verbreking van het hart, wat alleen mogelijk is door het welbehagen van God dat verheerlijkt wordt. Buiten die waarachtige bekering is er geen zaligheid. Laten we vooral tegenwoordig op de hoede zijn voor een geloof en bekering zonder ontdekking van zonde en schuld.”
Ds. L. Blok noemde het een grote zegen dat de Heere ons Zijn Woord in de Statenvertaling heeft toebetrouwd. „Wij weten ons daar hartelijk aan verbonden”, zei hij. „Een hertaling van de Statenvertaling zal ongetwijfeld de nodige verwarring met zich meebrengen.”
De predikant van de gereformeerde gemeente in Ermelo koos als uitgangspunt voor zijn toespraak Hooglied 8 vers 6b en 7. Dit gedeelte bevat een loflied op de wonderlijke liefde en de eeuwige trouw van Christus tot Zijn bruidskerk.
Ds. G. Gerritsen, predikant van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Hardinxveld-Giessendam, sprak naar aanleiding van Deuteronomium 30 vers 14. „Hoe vele jaren zijn wij al onder het Woord van God”, zo merkte hij op. „Het is zeer nabij ons in onze huizen en kerken. Noodzakelijk is het dat wij dat Woord persoonlijk in ons hart mogen ontvangen en dat wij als jeugd bewaard mogen worden bij Zijn Woord.”
De hervormde emeritus predikant ds. A. J. Wijnmaalen sprak een slotwoord naar aanleiding van Handelingen 8:21. „Gods volk gaat inleven dat hun hart niet recht is voor God. Alleen in God mogen zij het ware leven ervaren.”
De gehouden collecten brachten bijna 11.000 euro op. Er werd voor 3400 euro aan GBS-uitgaven verkocht. Het aantal bezoekers van de 38e toogdag was ongeveer 1500. Een stabiel aantal vergeleken met vorige jaren, aldus algemeen medewerker J. de Koning desgevraagd.