De meerdere
De Heere Jezus is in de wereld gekomen om de werken van de duivel te verbreken. Och Heere, hier is werk voor U. Mijn arme ziel is vol van de werken van de duivel, vol kwade lusten en boze begeerten. Wanneer de ene lust schijnt gedempt te zijn, rijst een andere weer op. Ik weet er niet door te raken. O, kom mij toch te hulp en vervul het doel waartoe U in de wereld bent gekomen. Dat is de verzuchting van een kind des Heeren.Hij zegt: Ik weet geen raad om uit deze ellendige dienstbaarheid te raken. Dit weet ik echter wel, dat die Gij vrij maakt, waarlijk vrij is. U wilt toch naar Uw grote goedertierenheid mij te hulp komen en de werken van de satan in mij vernietigen en mijn arme ziel daarvan losmaken. O geliefden, de Heere Jezus zal u te hulp komen en u tonen dat Hij niet tevergeefs in de wereld is gekomen.
Dat de kinderen des Heeren geen raad weten om uit deze ellendige dienstbaarheid te raken, komt omdat vele moedeloze harten geen moeite genoeg doen om deze helpende hand van de Zoon van God aan hun zijde te krijgen. Voor Hem is immers geen ding onmogelijk, maar wij woelen slechts heen in eigen kracht. Als dat dan niet lukt (het zal nooit lukken), geven we de moed op. Hieruit moeten we onze eigen machteloosheid en ons grote onvermogen leren. We moeten dagelijks tot de zoon van God om hulp zuchten. Dan, ja dan zullen we gewaar worden dat Hij is gekomen om alle werken van de duivel te niet te doen.
Joos van Laren, predikant te Vlissingen (Tractaat over de woorden van Johannes 3:8, 1669)