Buitenland

Rebel Congo niet bang voor handtekeningen

APELDOORN – Elf Afrikaanse landen hebben zondag een vredesakkoord ondertekend dat de rust in Congo terug moet brengen. Het is een mooi verdrag, maar hoe groot is de kans op slagen?

Mark Wallet
26 February 2013 16:31Gewijzigd op 15 November 2020 02:10
Rebellen in Congo. Foto EPA
Rebellen in Congo. Foto EPA

Ugandese troepen marcheerden de afgelopen dagen in groten getale op naar de grensstreek met grote buur Congo. Dat meldden media uit het Midden-Afrikaanse land maandag. Het was een reactie op hernieuwde ongeregeldheden in het grensgebied tussen de Congolese rebellengroepen Mai Mai en M23.

De groepen vliegen elkaar op Congolees grondgebied in de haren, maar Uganda zegt te willen voorkomen dat de strijd de grens overwaait. Dat is geen ongegronde vrees. Het illustreert tegelijk hoe gemakkelijk belangen in de regio verstrengeld raken. Een kleine aanleiding kan de Ugandese troepen zomaar op Congolese bodem brengen.

Het onderstreept bovendien de kwetsbaarheid van de beloften die zondag in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba zijn gedaan. Elf landen uit de regio (Rwanda, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Angola, Uganda, Zuid-Sudan, Zuid-Afrika, Tanzania en Congo-Brazzaville) zegden plechtig toe zich niet te mengen in de interne aangelegenheden van Congo. Ook spraken ze af gewapende groepen niet te tolereren.

Er was alle reden om een dergelijke beloften van de buurlanden te verlagen. Vrede en stabiliteit in het verscheurde Congo krijgen geen enkele kans zonder de medewerking van de regio. De Verenigde Naties beschuldigden de buurlanden Uganda en Rwanda vorig jaar openlijk van steun aan rebellengroep M23. De militie rukte toen sterk op in Oost-Congo en dreigde zelfs de regering omver te werpen.

Het is zonder meer een vooruitgang dat het akkoord van zondag de blik nadrukkelijk op de regio richt. Dat is de ene pijler van het verdrag. De andere is –uiteraard– intern gericht. De Congolese staat moet hoognodig worden hervormd. De president van Congo, Joseph Kabila, beloofde dit uit te voeren. „We zijn een vredelievend land en zullen onze verplichtingen nakomen.”

Belangrijk is uiteraard wie er toeziet op de naleving van die mooie woorden. En daar hapert het volgens veel analisten. De aanwezigheid van VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon, zondag, maakte duidelijk dat de zaak op hoog niveau ligt. Maar, zeggen critici, als er niet snel een speciale VN-gezant komt om de vinger aan de pols te houden, gaat het verdrag binnen de kortste keren in rook op.

Met het akkoord zijn voorstellen gedaan om een extra VN-troepenmacht van 2000 man naar Oost-Congo te sturen die jacht moet gaan maken op weerspannige rebellen. Analisten waarschuwen echter dat die dan wel bereid moet zijn tot man-tegen-mangevechten en tot het nemen van grote risico’s. De 17.000 man sterke VN-troepenmacht die al in Congo aanwezig is, houdt het volgens critici vooral bij (toe)kijken.

De gerenommeerde Amerikaanse Congokenner Jason Stearns noemde het verdrag op zijn blog „meer een principeverklaring dan een concreet actieplan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer