Roep nooit oehoe rond het Lauwersmeer
Een agressieve oehoe houdt de gemoederen in het Lauwersmeergebied flink bezig. Opvallend genoeg besteedt de roofvogelcursus van IVN Groningen nadrukkelijk geen aandacht aan het beest.
De 25 cursisten die zich kennis over roofvogels eigen maken, gaan met hun IVN-cursus straks wel op excursie naar nationaal park het Lauwersmeer. Maar ze zullen zeker niet speciaal op zoek gaan naar de oehoe die daar rondvliegt, vertelt Bauke Koole, professioneel vogelonderzoeker, die de cursus geeft.
De groep hoopt in het Fries-Groningse natuurgebied vooral de zeearend te zien. Deze indrukwekkende roofvogel broedt sinds enkele jaren in het gebied. De oehoe doet dat niet.
De uil die er de laatste tijd voor wat opschudding heeft gezorgd, is vermoedelijk een exemplaar dat in 2009 ontsnapte uit de kooi van Pim Lollinga uit Westernieland. Het betreft een vrouwtje.
Staatsbosbeheer kreeg klachten over het dier. Onlangs werd een vrouw uit Munnekezijl aangevallen door de oehoe. In september vorig jaar verklaarde een andere wandelaar ook door de oehoe aangevallen te zijn. Hij liep in het gebied en hoorde de oehoe. Hij riep terug, waarop het vrouwtje op hem afkwam.
Koole: „Dat is ook wel het domste wat je kunt doen. Oehoe roepen. Daarmee lok je het beest. Zeker omdat dit exemplaar in gevangenschap is opgegroeid. Die reageert anders dan een wilde oehoe.”
Voedselpiramide
Oehoes zijn normaal gesproken schuwe beesten, weet Koole, al zijn ze groot en sterk genoeg om zelfs volwassen vossen te slaan. Overdag laten ze zich praktisch niet zien, pas in de schemering worden ze actief. Ze staan net als de zeearend boven aan de voedselketen. Dergelijke toppredatoren komen niet snel in de buurt van mensen. Dat geldt ook voor beren en wolven. Ze zijn alleen maar in grote natuurgebieden te vinden.
Nederland telt voor zover bekend slechts twee broedplekken van oehoes: in de Achterhoek en in Zuid-Limburg. Op de website van Staatsbosbeheer staat een link naar een webcam die een oehoenest in een voormalige steengroeve bij Winterswijk laat zien.
Onlangs was daar veel actie te zien. Zo kwam in beeld hoe een oehoe een duif had gevangen en die overdroeg aan zijn partner. Vorig jaar was live te zien hoe de oehoes broedden en hoe de jongen groot werden.
Vooralsnog is een broedpaar van de oehoe in het noorden niet te verwachten, zegt Koole. Hij hoopt ook niet dat het ontsnapte exemplaar jongen gaat voortbrengen met een wild exemplaar. „Er zijn wel twintig ondersoorten van de oehoe. Stel dat dit een Aziatisch exemplaar is. Het lijkt me niet handig dat die kruist met een inheemse soort.”
Kooien
Koole gruwt bij de wetenschap dat mensen oehoes en andere roofvogels in kooien houden. Mede naar aanleiding van de populariteit van de Harry Potterfilms waarin uilen een belangrijke rol spelen, werd het houden van uilen een paar jaar geleden erg hip. „Als IVN zijn we fel tegen het houden van roofvogels in gevangenschap”, zegt Koole. „Roofvogels horen in de vrije natuur.”
In de cursus worden ze zelfs de ambassadeurs van het landschap genoemd. Want de aanwezigheid van roofvogels zegt veel over de staat van de natuur in een gebied. Ze weerspiegelen altijd de ecologische rijkdom van het landschap.
Verstoringen in het landschap kunnen voor roofvogels grote gevolgen hebben. In het Oldambt in Oost-Groningen is dat de afgelopen jaren duidelijk bewezen. Daar was de grauwe kiekendief praktisch uitgestorven. Maar andersom werkt het gelukkig ook: natuurbeschermers en akkerbouwers sloegen de handen ineen en inmiddels komt de grauwe kiekendief er weer volop voor.
De Groningse IVN-cursisten maken ook een excursie naar Drenthe, waar een beschermingsplan is opgezet voor de steenuil. Ze bezoeken een ‘wintervoedselveldje’ in Noord-Groningen, een perceel landbouwgrond van circa 1 hectare waarop graan niet geoogst wordt maar blijft staan. Dat trekt veel zang- en akkervogels aan en muizen, en daardoor ook veel roofvogels.
Na afloop van de cursus moet iedereen de meest voorkomende soorten roofvogels kunnen onderscheiden. Met 25 man zat de roofvogelcursus deze keer helemaal vol. Ook de andere vogelcursussen die IVN aanbiedt in Groningen zijn vaak snel volgeboekt.
Op de webcam
De oehoe (Bubo bubo) is een van de grootste uilen van Europa. De oehoes in de Achterhoek zijn al jaren te bekijken via webcams van Vogelbescherming Nederland en Staatsbosbeheer. Volgens de organisaties begluren elk jaar honderdduizenden mensen de vogels. De oehoes hebben geen naam. „Wij geven nooit namen aan dieren”, aldus boswachter Tjibbe Hunink van Staatsbosbeheer. In Nederland zijn tot nu toe in drie provincies oehoeparen ontdekt: in Gelderland, Overijssel en Zuid-Limburg.