Moszkowicz niet strafrechtelijk aangepakt
AMSTERDAM (ANP) – Advocaat Bram Moszkowicz wordt niet strafrechtelijk vervolgd op basis van een aangifte van een ex-cliënt. Dat heeft het Openbaar Ministerie (OM) dinsdag bekendgemaakt. De advocaat wordt ook niet vervolgd voor zijn conflict met de Belastingdienst.
Hij heeft die belastingzaak geschikt en overige aantijgingen, waaronder de aangifte van zijn ex-cliënt, worden behandeld bij de tuchtrechter. Het OM noemt dat een passende afdoening en vindt een strafrechtelijk onderzoek „niet opportuun”.
Moszkowicz stond de man in 2008 bij in een drugszaak. De ex-cliënt, B., zit momenteel zijn straf uit in het Drentse Veenhuizen. Hij heeft zijn klachten over Moszkowicz ook aangekaart in de tuchtzaak waarin de Raad van Discipline Moszkowicz in oktober voor het leven schorste. In november deed B. aangifte bij justitie.
Maar volgens het OM kan het geschil tussen de Amsterdamse strafpleiter en zijn cliënt ook buiten het strafrecht om worden afgewikkeld. De onenigheid die Moszkowicz met B. heeft over zijn urenspecificatie kan in een civiele zaak worden afgehandeld, vindt justitie. Ook is het maar de vraag of de beschuldiging kunnen worden bewezen.
B. zegt dat een vriend 60.000 euro contant aan Moszkowicz heeft betaald om de verdediging in de drugszaak te voeren. De raadsman schreef daar geen kwitanties voor uit. B. diende een klacht in bij de Orde van Advocaten omdat Moszkowicz niet wilde verantwoorden wat hij voor het honorarium had gedaan.
Op aandringen van de deken legde Moszkowicz later alsnog verantwoording af, zegt B.’s advocaat, Meindert Doornbos. De strafpleiter kwam daarbij uit op 40 mille. B. eiste daarop 20.000 euro terug, maar volgens Doornbos is er niet betaald.
Doornbos noemde de boekhouding van Moszkowicz onlangs „frauduleus”. Kwitanties die Moszkowicz later liet zien, zouden niet kloppen.
Moszkowicz kreeg in de tuchtzaak een regen klachten aan zijn broek, zowel van de deken als van een aantal ex-cliënten. De raadsman heeft de levenslange schorsing vorige week in hoger beroep aangevochten bij het Hof van Discipline. Het hof velt het definitieve oordeel op 22 april.