Gulden wacht op de wokkelmachine
Nederlanders betalen volop met euro’s, maar zijn hun oude, vertrouwde munt nog lang niet vergeten. „Pas belde een meneer. Die wilde 50.000 stuivers om op zijn Cadillac te plakken.” Helaas. De gulden wacht op de wokkelmachine.
Het geluid wordt zo langzamerhand bijzonder: vallende en rinkelende gulden, kwartjes en dubbeltjes. De eurosound líjkt er niet op. In het geldpakhuis van De Nederlandsche Bank (DNB) in Lelystad heeft de nationale munt de euro verdrongen. Miljoenen muntjes komen terug naar het speciale Opslag- en Distributiecentrum van DNB in de polder. Guldenbiljetten komen hier overigens niet. Die worden opgeslagen bij DNB in Amsterdam. Daar en bij drukker Joh. Enschede wordt het papiergeld versnipperd en tot pulp geperst.
Van de 6 miljard guldenmunten die ooit zijn geslagen, zijn er zeker 3 miljard zoekgeraakt. Gewoon verdwenen. In rioolputjes, in de voering van jassen, richting het buitenland en noem maar op. Veel kleingeld in ieder geval, al snel goed voor een waarde van 200 miljoen gulden. Van het restant was vermoedelijk de helft opgepot, in piekpijpen en spaarvarkens. Maar met de invoering van de euro komt er weer heel wat boven water. Op dit moment liggen al 1,7 miljard munten opgeslagen in het ODC.
Daar heerst een gemoedelijke topdrukte. Een rondleiding door het pand is veel minder zenuwachtig dan voor 1 januari, toen de euro nog als een soort topgeheim werd gekoesterd. Ook nu mag niemand geld mee naar binnen -en weer naar buiten natuurlijk- nemen. En bij het verlaten van de opslagruimte komt er nog steeds een metaaldetector aan te pas.
Maar wie graag nog eens een handvol guldens wil vasthouden, wordt geen strobreed in de weg gelegd. Wel uitkijken voor zwarte handen. Het sorteren van de munten in grote blauwe bakken gebeurt in alle openheid door -met name- mensen van de sociale werkplaats Tomin in Lelystad. Hier en daar rolt er een gulden vrolijk over de vloer. Niemand die er zich erg druk om maakt.
DNB-voorlichter Klaas Dirk Bruintjes vermoedt dat het ODC zijn opslagfunctie nog wel even behoudt. „Tot april komen hier grote hoeveelheden munten retour. Daarna verwachten we dat de stroom snel opdroogt.” Of de 3 miljard helemaal wordt gehaald, staat te bezien. „Maar er gingen 3 miljard euromunten in het pakhuis, dus de ruimte ervoor is er.” Het sorteren zal nog een maand of twee vergen. Over de uiteindelijke bestemming van het geld is nog geen beslissing genomen. Dat is een zaak van het ministerie van Financiën.
Het geval wil dat de prijs van nikkel op de wereldmarkt bepaald niet aan de hoge kant is. En laat dat nou net de grondstof zijn die het meest voorkomt in de gulden. Bruintjes: „Het ligt uiteindelijk in de rede dat het geld wordt ontwaard en richting de metaalindustrie gaat. Naar de smeltkroes, inderdaad.”
Willy Dassen van het Bureau Euro Omwisseling vertelt hoe het ontwaarden zijn werk gaat door zijn manchetknopen te tonen. „Kijk, dit was ooit een kwartje.” Het muntje, nu verguld, heeft een paar behoorlijke klappen opgelopen en heeft met enige fantasie de vorm van een wokkel (van de chips). Dassen rekent erop dat de wokkelmachines -die nog niet eens gemaakt of gekocht zijn- uiteindelijk in het ODC komen te staan. „We hebben dit pand gehuurd tot en met 2003, dus we kunnen vooruit.”
In theorie kan het ministerie van Financiën zich de moeite van het ontwaarden besparen door het geld vijf jaar te laten liggen. Per 1 januari 2007 zijn de munten ook in ongeschonden vorm niets meer waard. Maar zover zal het hoogstwaarschijnlijk niet komen.
De meeste euro’s zijn onderhand verdwenen uit het ”Dagobert Duck-pakhuis”, de bijnaam die het ODC al snel kreeg in de volksmond. Frappant is wel dat er zo’n 1 tot 1,5 miljoen eurokitjes (setjes met alle acht munten) „over” zijn. Dassen: „Zo’n 92 procent van de aangeschreven Nederlanders heeft het gratis setje opgehaald. En we hebben er ook meer gemaakt dan noodzakelijk was.”
De Nederlandsche Bank hoeft er niet mee te blijven zitten. Verzamelaars vanuit met name Groot-Brittannië en de Verenigde Staten tonen veel belangstelling. Voor die landen liggen er ook nog 800.000 consumentenpakketten met euromunten (met een waarde van 25 gulden) klaar. Na de laatste eurocent en het laatste kwartje vertrekt ooit ook DNB uit de Flevopolder. Dan is de missie voltooid.