Rode Kruis: Focus op humanitaire gevolgen kernaanval
DEN HAAG (ANP) – De humanitaire gevolgen van een kernaanval zouden de inzet moeten zijn om tot een verbod en verwijdering van kernwapens te komen. Dat stelt het Nederlandse Rode Kruis aan de vooravond van een internationale conferentie op 4 en 5 maart in Oslo over de humanitaire gevolgen van kernwapens.
Het lijkt een open deur, maar de conferentie moet landen en groeperingen nog eens duidelijk maken wat de humanitaire gevolgen van een kernaanval zijn. „Die zijn desastreus”, zegt Arjen Vermeer, juridisch adviseur humanitair oorlogsrecht bij het Rode Kruis in Den Haag.
„Door zo’n aanval ligt feitelijk alles plat. Hulpverlening is zo goed als onmogelijk. Je raakt niet alleen militairen, maar ook heel veel burgers en dat is niet verenigbaar met het oorlogsrecht waarin burgers moeten worden ontzien. Wat dat betreft, is een kernaanval geen precisiebombardement.”
Het Rode Kruis is niet alleen hulpverlenend, de missie is ook het voorkomen en verzachten van het lijden van mensen. Vanuit dat idee beweegt de organisatie zich in de ‘stille diplomatie’. Omdat kernwapens nog steeds niet de wereld uit zijn, wil het Rode Kruis de conferentie aangrijpen om duidelijk te maken wat de humanitaire gevolgen van een aanval zijn. Zo moet het overleg tussen landen over het uitbannen van kernwapens weer worden vlot getrokken.
Uit onderzoek van het Rode Kruis blijkt dat de kernwapendiscussie nog steeds leeft, al is het minder zichtbaar dan in de jaren tachtig, met een demonstratie van een half miljoen mensen op het Malieveld in Den Haag. Van de Nederlanders maakt 90 procent zich zorgen over het gebruik van kernwapens. Vooral het desastreuze en vernietigende effect voor de wereld wordt hierbij als punt van zorg genoemd. Bijna 85 procent van de respondenten wil een verbod op kernwapens.
Vermeer vindt dat de discussie weer actueler wordt omdat landen en allerlei groeperingen kernwapens willen hebben. „Als die in verkeerde handen vallen, kan dat grote gevolgen hebben. Daarom zou de Nederlandse regering de humanitaire gevolgen tot een belangrijk uitgangspunt moeten maken in de voorgenomen beleidsnotitie van Buitenlandse Zaken over kernontwapening.”