Van Gijn mocht een box met drie cd’s volspelen. Op de eerste staan dertig bewerkingen uit zijn ”Orgelpsalter” en een over de Lofzang van Maria. De tweede cd bevat dertien koraalbewerkingen en improvisaties over psalmen en gezangen. Nummer drie, een bonus-cd, biedt vijf extra tracks met improvisaties over drie gezangen en twee ‘luchtigheden’: ”Poesje mauw” en ”In Holland staat een huis”.

In veertien delen heeft Van Gijn vanaf 2001 alle 150 psalmen van een orgelbewerking voorzien. Dertig brengt hij er, samen met zijn leerling Martijn Weststrate –niet te verwarren met Martin Weststrate– tot klinken. Bij Psalm 1 denk ik even: als dat maar goed komt. De opname daarvan is nogal diffuus, maar dat gaat verderop beter. Van elke psalm die klinkt geeft de organist in het tekstboekje een korte uitleg over de woord-toonverhouding. Voor wie het ”Orgelpsalter” kent zijn er geen verrassingen. Of het moeten de verrassende, gekruide harmonieën zijn, waarmee hij alle platgetreden paden mijdt. Opvallend is dat Van Gijn geen toevallige verhogingen (Psalm 36, 150) of verlagingen (Psalm 23) toepast.

Van grote klasse zijn de improvisaties, niet het minst die live zijn opgenomen: ”Op, waakt op! zo klinkt het luide” en ”D’Almachtige is mijn Herder”, respectievelijk van ruim twaalf en bijna twintig minuten. Indrukwekkend! Van Gijn heeft compositorische kwaliteiten, maar is ook een groot improvisator.

Jan speelt van Gijn – M.m.v. Martijn Weststrate – Bätz/Witteorgel Grote Kerk Apeldoorn; € 12,50; bestellen: info@vriendenvandegrotekerk.nl