Vleesverwerker onder toezicht weer open
DEN HAAG – Vleesverwerker Willy Selten in Oss mag de productie onder toezicht hervatten. Het bedrijf is dat donderdag tijdens een kort geding overeengekomen met het ministerie van Economische Zaken dat het bedrijf na een inval vorige week sloot. In paardenvlees is de pijnstiller fenylbutazon gevonden.
Het gaat om een medicijn dat niet in de voedselketen terecht mag komen.
Volgens advocaat Frank Peters van Selten is het medicijn getraceerd in een monster dat in mei bij de slachter van herkomst is genomen. Het gaat om één paard. Het vlees is versnipperd en staat nog in het vrieshuis, aldus de vleesverwerker.
Een paard mag niet geslacht worden als in zijn paspoort staat dat het fenylbutazon is toegediend. Een paard zonder paspoort mag ook niet geslacht worden.
Directeur Willy Selten van het bedrijf legde donderdag uit dat hij tot voor kort niet wist over de besmetting. Het paard kwam van een slachter in het buitenland maar een naam wilde hij niet noemen. Het is volgens hem een geluk bij een ongeluk dat het bemette vlees niet in de voedselketen is terechtgekomen.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is sinds begin februari op de hoogte van de ontdekking.
Korte tijd later werd bekend dat sporen van de pijnstiller zijn teruggevonden in paarden die in Groot-Brittannië zijn geslacht. Het vlees zou op de Franse markt terecht zijn gekomen.
Selten weerspreekt de beschuldigingen dat hij paardenvlees als rundvlees heeft verkocht. Er werd weliswaar paardenvlees gemengd met rundervet maar dat gebeurde eenmalig in opdracht van één buitenlandse slachter die het vlees niet eens heeft afgenomen. „Er is nooit een sticker rundvlees op paardenvlees geplakt en zo naar buiten gegaan”, bezweerde zijn jurist.