Pastoraal boek over komen tot Christus
Meer dan eens wordt in de prediking gezegd dat Christus alleen de Weg is. Dat kan niet genoeg benadrukt worden. Het is echter niet alleen van belang te weten dat Christus de Weg is, maar ook dat er een weg tot Christus is.
Het gelovig komen tot Christus Jezus is de kern van het geloof. In ”Gelovig komen tot Christus Jezus” behandelt ds. D. Heemskerk verschillende aspecten van het komen tot Christus. Hij doet dit aan de hand van de Bijbel, de belijdenisgeschriften en werken van oudvaders.
Op vele manieren wijst ds. Heemskerk erop dat er een gelovig komen is tot de Zaligmaker. Hij geeft talrijke voorbeelden uit het Oude en het Nieuwe Testament. Ook laat hij onder anderen Calvijn (”Institutie”) en vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie spreken. Uitvoerig haalt hij onder anderen Wilhelmus à Brakel aan, die wat het gelovig komen tot Christus betreft spreekt over uitwendige en inwendige roeping.
Wie denkt dat de uitwendige roeping niet belangrijk is, vergist zich. Deze roeping is vriendelijk, ernstig en welmenend. Niemand die de Heere door middel van de prediking van het Evangelie roept, is te verontschuldigen. Het is echter wel nodig dat de uitwendige roeping door de Heilige Geest een inwendige roeping wordt. Dan krijgt de mens als boetvaardige (Calvijn) Christus nodig en laat hij zich zaligen door Hem.
Het is opvallend en verblijdend om te lezen dat het Evangelie onvoorwaardelijk is. Het stelt geen eisen of voorwaarden. De mens mag tot Christus komen zoals hij is, in al zijn goddeloosheid en doodsheid. Terecht staat er meer dan eens dat het gelovig komen tot Christus een voortdurend komen is. Een kind van God sterft aan de zonde, maar staat op in Christus. Dat is komen tot Hem.
Er valt veel goeds uit dit boek te citeren. Onder meer wat de Engelse en de Schotse oudvaders hebben gezegd. In het bijzonder zijn de gebroeders E. en R. Erskine te noemen. Op zuivere en evenwichtige wijze hebben zij de roeping in de tijd en het welbehagen van eeuwigheid onder de aandacht van hun toehoorders gebracht. De Bijbeltekst: „Dwingt ze om in te gaan” was hun op het hart gebonden. Hetzelfde geldt voor representanten (predikanten en oefenaars) van de Nadere Reformatie.
Ook de auteur zelf is bewogen met zijn lezers. Steeds wijst hij erop dat bevindelijke (doorleefde) kennis van Christus noodzakelijk is. Komen tot Hem is mogelijk, maar de schrijver waarschuwt wel voor vanzelfsprekendheid. Het is altijd een wonder van boven als het hart van een zondaar wordt geraakt. Over Lydia staat geschreven dat haar hart onder de prediking werd geopend door de Heilige Geest. Dit was een eenzijdig werk van God.
Vele keren houdt ds. Heemskerk zijn lezers voor dat het komen tot Christus enerzijds vrije genade is, maar dat men anderzijds mag komen zoals men is, al zou men zeggen dat er geen grotere zondaar op heel de aarde is. Kort samengevat: „Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt moet geloven dat Hij is en een Beloner is dergenen die Hem zoeken” (Hebr. 11: 6).
Mede vanwege de pastorale toonzetting zie ik dit boek graag in de handen van velen. Wij moeten weten dat Christus alleen de Weg is, maar ook hoe men Hem leert kennen. Of, zoals ds. L. Vroegindeweij gewoon was te zeggen: „Wij leren Hem kennen in een weg van missen, zoeken en vinden.”
Gelovig komen tot Christus Jezus, ds. D. Heemskerk; uitg. Den Hertog, Houten, 2012; ISBN 978 90 331 2491 4; 162 blz.; € 14,90.