Turkse aanklager eist verbod Hadep
De hoogste Turkse openbaar aanklager heeft donderdag een verbod geëist op de enige legale pro-Koerdische partij in het land.
Volgens de aanklacht onderhoudt de Hadep banden met Koerdische rebellen en vormt de partij een bedreiging voor de eenheid van Turkije. Hoofdaanklager Sabih Kanadoglu bracht zijn zaak voor het Turkse hooggerechtshof, dat moet oordelen of de Hadep verboden moet worden omdat de partij als front zou fungeren voor de gewapende rebellen van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Het hof zal op 30 januari het slotpleidooi horen van de verdediging voordat het tot een uitspraak komt in de zaak die drie jaar geleden werd aangespannen.
Partijleider Murat Bozlak zei te hopen op een goede afloop. „De Hadep is een democratische partij en heeft geen separatistische verklaringen uitgebracht”, zei Bozlak. Drie voorloperpartijen van de Hadep zijn door de rechter verboden omdat zij de PKK zouden steunen in de nu al vijftien jaar oude strijd voor een onafhankelijke Koerdische staat in het zuidoosten van Turkije. De PKK heeft in 1999 een eenzijdig bestand afgekondigd, maar Turkije heeft een staakt-het-vuren afgewezen waardoor er nog sporadisch wordt gevochten. Het conflict heeft sinds 1984 aan zeker 37.000 mensen het leven gekost.
De Turkse minister van Binnenlandse Zaken, Rustu Kazim Yucelen, riep donderdag op tot een harde aanpak van personen die toestemming eisen om onderwijs in het Koerdisch te volgen. In de afgelopen weken heeft de politie honderden mensen opgepakt die een petitie hebben ingediend voor Koerdisch onderwijs in Istanbul en het grotendeels Koerdische zuidoosten.