Opinie

De economische functie van een stoplicht

Stoplichten hebben in Zuid-Afrika een belangrijke economische functie. Ze voorzien in het levens­onderhoud van gehandicapten, ouderen en kansloze jongelui uit de sloppenwijken. Zodra het verkeer tot stilstand komt, komen ze uit de berm met hun krukken, bedelbakje of handeltje. De jongeren wassen voorruiten in de korte tijd dat het licht op rood staat, of proberen kippen gemaakt van ijzerdraad en plastic tasjes aan de man te brengen. De bejaarden en de gehandicapten moeten het hebben van hun kreupele been of het hartverscheurende verhaal dat ze tegen een autoraampje vertellen.

Elzi de Voogd-Goedbloed
19 February 2013 12:02Gewijzigd op 15 November 2020 02:02

We stoppen ons muntgeld in een vakje van het dashboard, maar het is iedere dag al snel op. Een oude vrouw met een verlamde voet en een keukenschort voor, strompelt haastig naar onze auto als ze het opengedraaide raam ziet. Een handjevol munten verdwijnt in de smoezelige yoghurtbeker. Ze lacht al haar vijf tanden bloot van blijdschap en slaat dankbaar haar ogen ten hemel. Dan springt het licht op groen en om haar heen trekken de auto’s zo snel mogelijk op. Leunend op haar kruk staat ze op de streep tussen de rijbanen, wachtend tot ze weer veilig de berm kan bereiken.

Bij een ander stoplicht staat een oude man. Hij draagt een trui met een zachte teddybeer erop. In Nederland zou hij in een instelling wonen of naar de dagopvang voor mensen met een verstandelijke beperking gaan. Hier loopt hij tussen de auto’s door en vraagt om wat droog brood. Onze munten zijn al op, maar er ligt een zakje met een aangebroken pak lange vingers. Het mannetje slaakt een vreugdekreet en drukt het zakje aan zijn hart. „Dankie dankie dankie!” roept hij uit terwijl wij weer wegrijden. Het is hartverscheurend. Zó blij te moeten zijn met een paar koekjes! Is dit het eerste wat hij die dag –of in dagen– te eten krijgt? En hoelang zal het duren voordat hij weer iets heeft om zijn maag mee te vullen?

De volgende dag horen we een preek over de barmhartige Samaritaan. Ik heb weleens gedacht dat die het maar makkelijk had, want het slachtoffer van de moordenaars werd letterlijk op zijn weg gelegd. Hij hoefde hem alleen maar op te rapen. In Nederland heeft de overheid zich de rol van barmhartige Samaritaan aangemeten en prachtige instellingen gebouwd voor zieken, ouderen en gehandicapten. Die liggen bij ons niet zomaar op straat, zoals hier. Gelukkig maar! Maar wat kun je nog doen om gehoor te geven aan het ”Ga heen, en doe gij desgelijks”? We sturen een kaartje, brengen een bezoekje en dat is het dan.

In Zuid-Afrika liggen de hulpbehoevenden net als in Lukas 10 naast de weg. Niet zomaar eentje, maar tientallen. Ik weet niet wat ik ermee moet. En moet ik er eigenlijk wel wat mee? Ik ben hier tenslotte op vakantie, ze zijn mijn probleem niet. Of valt dat in dezelfde categorie als de excuses van de priester en de Leviet? Zijn ze wel degelijk mijn naasten? Ik weet het echt niet. Maar ik weet wel dat mijn muntjes en mijn koekjes tekortschieten. En dat het niet zo voor de hand liggend was wat de barmhartige Samaritaan deed. En dat ik heel dankbaar moet zijn dat de zwakken in onze samenleving, waaronder mijn eigen kind, niet in de berm hoeven te liggen.

Elzi de Voogd is moeder van Sybe (11). Sybe heeft een ernstige verstandelijke beperking en kan niet praten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer