Volgens de VN hebben zowel de regering van president Bashar al-Assad als de rebellen die tegen hem vechten, oorlogsmisdaden begaan. Het zou daarbij gaan om onder meer moorden, marteling en het terroriseren van burgers.

Maandag is het nieuwe rapport van het onderzoeksteam onder leiding van de Braziliaan Paulo Pinheiro gepresenteerd. Het gaat over de laatste 6 maanden van de oorlog tot in januari van dit jaar. Het is gebaseerd op interviews met bijna 450 slachtoffers en getuigen. Behalve degenen die de misdaden zelf begingen, zijn waar mogelijk leidinggevenden geïdentificeerd.

Pinheiro en Carla del Ponte, voormalig hoofdaanklaagster van het Joegoslavië Tribunaal, willen dat de VN-Veiligheidsraad ervoor zorgt dat het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag de beschuldigingen onderzoekt.

„De tijd is voor de VN-Veiligheidsraad gekomen om oorlogsmisdaden in Syrië aan te brengen bij het ICC”, aldus Del Ponte. „Ik denk dat het zeer dringend is dat het ICC de zaak tegen zeer hoge functionarissen behandelt”. De Veiligheidsraad is tot op heden verdeeld geweest over Syrië. China en met name Rusland zijn tegen iedere inmenging in het conflict in het Arabische land.