De fragmenten zijn vooral gevonden rond een bevroren meer bij Tsjeljabinsk. In het ijs zit een gat van 6 meter, mogelijk veroorzaakt door een groot brok. Zaterdag hebben zes duikers al een kijkje genomen om een groter stuk te vinden, maar konden niets vinden. Het voornemen is om de zoektocht te hervatten zodra de lente is aangebroken.

Wel zijn er in de omgeving kleinere brokken gevonden. Volgens Viktor Grohovski van de Oeral Universiteit bestaat het gesteente voor 10 procent uit ijzer. Volgens hem is er geen twijfel over dat het meteorietgesteente is.

Vrijdagochtend werden er vuurballen in de lucht gezien boven de stad Tsjeljabinsk, ongeveer 1500 kilometer ten oosten van Moskou. Door de ontploffing sprongen in een wijde omgeving de ruiten. Door de glassplinters raakten 1200 mensen gewond. De ontploffing was twintig keer krachtiger dan die van de atoombom in 1945 op Hiroshima.

De meeste mensen zijn inmiddels bekomen van de schrik. Zaterdag was het overgrote deel van de 1200 gewonden alweer uit het ziekenhuis ontslagen.

Zaterdag waren ook de meeste ramen in 4000 getroffen gebouwen hersteld. Dat was noodzakelijk met het oog op de 12 graden vorst in het gebied. Om die 200.000 vierkante meter glas te herstellen, was wel een legertje arbeiders nodig. De schade wordt geschat op 25 miljoen euro.

Voor wetenschappers die zich bezighouden met gesteente uit de ruimte is deze gebeurtenis een buitenkansje. Volgens The New York Times kreeg de zoektocht naar dit soort objecten jarenlang weinig aandacht omdat er zo weinig beschikbaar waren.

Sommigen in Rusland betwijfelen overigens of de inslag wel door een meteoriet werd veroorzaakt. Zo zei de nationalistische leider Vladimir Zjirinovski: „Het was geen meteoriet. De Amerikanen testen een nieuw wapen.”