Kroaten hebben zodra hun land tot de EU is toegetreden in beginsel recht op vrij verkeer van werknemers. Maar andere EU-landen kunnen daar wel uitstel op bedingen, maximaal 7 jaar. Wie dan wil komen werken heeft een tewerkstellingsvergunning nodig.

Volgens Asscher is er in Nederland al sprake van een race naar de onderkant waarbij mensen steeds minder betaald krijgen en meer moeten werken. „Dat zorgt voor iets dat we sinds de 19e eeuw niet meer zagen: dat je je brood niet kunt verdienen.”

Het kabinet stelde eerde een overgangstermijn in voor werknemers uit Bulgarije en Roemenië, maar die mogen vanaf 1 januari ook gewoon zonder tewerkstellingsvergunning in Nederland komen werken. Asscher is bezorgd dat „we dingen waar we in Nederland trots op zijn, kapot zien gaan”. Hij noemde de tuinbouw, de bouw en de Eemshaven als voorbeeld.

Het kabinet moet in het voorjaar formeel een besluit nemen over het vrij werknemersverkeer met Kroatië maar gezien de situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt en de zorgen vanuit de Tweede Kamer wil Asscher in het kabinet voorstellen om nog geen vrij verkeer van werknemers in te voeren voor Kroaten.

Asscher. „Kroatië wordt lid van de EU. Prachtig, maar wil je dan de grenzen open stellen voor weer een grote groep? Als je dat weegt, moet je het nu niet doen. De werkloosheid is hoog, je ziet al veel uitbuiting, dus wij moeten de komende jaren de grens niet openen voor Kroaten. Niet om ze te plagen, maar we moeten eerst zorgen dat hier fatsoenlijk betaald wordt en onze eigen werklozen weer aan het werk helpen.”