Lessen van Vroege Kerk voor hedendaagse christen
De relatie tussen de Gods gemeente en de wereld is door de eeuwen spanningsvol geweest. Aan de ene kant zijn er mensen die als kluizenaar de afzondering zoeken, aan de andere kant mensen die opgaan in de wereld, waarin macht, eer en zonde overheersen.
Het thema heeft aan actualiteit niet ingeboet. Juist nu de kerk in een postchristelijke fase is gekomen, is bezinning op de positie en de praktijk van de christelijke gemeente van groot belang.
De Theologische Universiteit Apeldoorn houdt elk jaar de zogenoemde integratiecolleges. Tijdens deze studiedagen komen docenten en studenten in besloten kring bij elkaar om zich vanuit verschillende disciplines en invalshoeken bezig te houden met één bepaald thema. Het thema van 2011 was ”Vreemdelingen en bijwoners”. De bijdragen zijn nu beschikbaar gemaakt voor een breder publiek.
De oudtestamenticus prof. dr. H. G. L. Peels behandelt een perikoop uit Jeremia 29 waarin de Joodse ballingen wordt opgeroepen het welzijn van Babel te zoeken en ervoor te bidden. Het blijkt een oproep tot positieve inzet met behoud van de eigen identiteit en vanuit het besef van Gods wil en oordeel. In de overgave aan God wordt gewacht op het heil dat Hij voor Zijn volk heeft weggelegd.
Met als actualisering naar de kerk vandaag: Zoek geen onvruchtbaar isolement, geen opstand of negativisme, maar wees positief in het opbouwen van de samenleving en het zoeken van het welzijn van degenen om ons heen.
Tempel verwoest
Het crisiselement en de toepassing voor vandaag komen ook naar voren in het opstel van dr. M. C. Mulder, docent judaïca. De verwoesting van de tempel in 70 na Christus heeft onder Joden heel wat teweeggebracht. Ondanks de rouw om de verwoeste tempel gingen ze zich concentreren op de essenties van de tempeldienst die hun uitwerking hadden op het alledaagse leven. De God welgevallige offers zijn het doen van recht en gerechtigheid en een gebroken hart. De tempelliturgie kreeg een alternatieve vorm in de joodse huizen. Zo kan in onze tijd het wegvallen van de centrale betekenis van de kerk in de samenleving nieuwe vormen van gemeenschap oproepen.
De studie naar het begrip oikos bij Lukas door de nieuwtestamenticus prof. dr. T. M. Hofman geeft eveneens aanleiding om na te denken over kerkelijke vormen. De oikos, in christelijke zin, is de huisgemeenschap die gastvrij is, een plaats van verkondiging en viering, een oefenplaats van gemeenschap tussen broeders en zusters in de Heere.
Minderheid
Opvallend is de aandacht voor de vroegchristelijke kerk in deze bundel. De keuze is begrijpelijk, gezien de actualiteit. De Vroege Kerk had ook een minderheidspositie in een heidense samenleving. De eerste christenen stonden voor keuzes die enerzijds recht deden aan de trouw aan Christus en anderzijds aan de Romeinse samenleving. Steeds weer duikt de brief uit de tweede eeuw van een onbekende schrijver aan de heidense Diognetus op als voorbeeld van de houding van christenen in de heidense samenleving. De brief is een uiting van zowel zelfverloochening als van zelfbewustzijn: „Zij wonen in hun eigen vaderland, maar als vreemdelingen; zij dragen bij in alles als burgers, maar verdragen alles als vreemdelingen.”
Het opstel van prof. dr. A. Baars, hoogleraar praktische theologie, springt eruit wat betreft de didactische opzet. Hij geeft een helder overzicht van de spiritualiteit van het vreemdelingschap in de eerste eeuwen van de christelijke kerk. Baars onderscheidt vier ”spiegels” voor christenen van vandaag: gedwongen, wervend, radicaliserend en ritualiserend vreemdelingschap. Het gaat dan achtereenvolgens om de gediscrimineerde en vervolgde kerk, om het getuigenis van de kerk in woord en daad, het kluizenaars- en kloosterleven en om de inwijding van nieuwe leden in de christelijke gemeente. Na het beschrijvende gedeelte volgt een samenvatting in tien conclusies. Deze geven tevens aanzetten tot nadere doordenking voor de christelijke kerk en het christelijk leven vandaag.
Materialistisch
Ik neem er één aspect uit. De christenen van de Vroege Kerk hadden alles over uit liefde voor Christus, indien nodig zelfs hun eigen leven. Baars: „Liefde ontzegt zich dingen ter wille van de Ander, van de anderen en ook ter wille van het Koninkrijk van God en ons persoonlijk heil. Dit motief plaatst ons zo vele eeuwen later in het veelzins zo zelfzuchtige en materialistische Westen voor de vraag: „Wat hebben wij over voor Hem?””
De systematisch theoloog prof. dr. G. C. den Hertog bedient zich van een soortgelijke opzet. In zijn bijdrage gaat het om de ethiek van de Vroege Kerk en om de vraag in hoeverre bestaande culturele en maatschappelijke structuren en ideeën als wezensvreemd aan het christelijk geloof gezien kunnen worden. Het blijkt dat vooral de christelijke geest van liefde de bestaande structuren van binnenuit omvormde.
Uitdaging
Drs. J. van ’t Spijker sluit af met een evaluatie met het oog op de positie van de kerk in de moderne samenleving. De lezer wordt uitgedaagd om na te denken over de huidige (geestelijke) crisis, maar wordt ook gewezen op de bron, het Woord van God, van waaruit de kerk ook vandaag de boodschap moet laten horen.
Opmerkelijk is het ontbreken van een bijdrage vanuit de traditie van de Reformatie. Maar de bundel biedt genoeg elementen voor bezinning. De Theologische Universiteit Apeldoorn wil theologie bedrijven voor de kerken en dat laat ze zien. Een aantal bijdragen is geschikt om over door te spreken in kring- of verenigingsverband. Die bezinning is immers niet alleen een academische taak, het moet landen in de hoofden en harten van de gemeenteleden.
Boekgegevens
”Vreemdelingen en bijwoners. Opstellen rond een urgent theologisch thema”, G. C. den Hertog en H. G. L. Peels (red.); uitg. Theologische Universiteit, Apeldoorn, 2012; ISBN 978 90 75847 37 6; 229 blz.; € 17,50.