Volgens het hof worden de Ghurka’s – geharde Nepalese krijgers die al bijna 200 jaar overal in de wereld voor het Verenigd Koninkrijk kastanjes uit het vuur halen – niet achtergesteld. Zij krijgen weliswaar minder dan andere Britse militairen, maar zij worden ook ‘op geheel andere voorwaarden’ aangenomen en hun pensioenregeling is toegesneden op de levensstandaard in Nepal. Het hof gaf de Ghurka’s wel gelijk in hun klacht dat zij maar drie dienstjaren hun vrouwen en gezinnen bij zich mogen hebben.

De advocaten van de Ghurka’s lieten weten niet in beroep te gaan, maar hun hoop te vestigen op een nieuwe zaak. Zo nodig wordt de rechtsstrijd tot aan het Europese Hof voortgezet.

De Ghurka’s waren voorheen gestationeerd in Hongkong. Toen de Britten de kroonkolonie in 1997 moesten teruggeven aan China, werd hun basis naar Zuid–Engeland overgeplaatst en werd de wedde van de Ghurka’s aangepast aan het niveau van hun Britse collega–militairen. Tijdens verlof in Nepal krijgen ze maar 5 procent van hun normale wedde uitbetaald.