Commentaar: Vrijheid van onderwijs groot goed, tegelijk onrustig bezit
De vrijheid van onderwijs zoals ons land die al sinds 1917 kent, is volstrekt uniek. Nergens anders op de wereld worden openbare en bijzondere scholen gelijk bekostigd door de overheid. Een situatie om zuinig op te zijn. Zeker omdat elke keer blijkt dat de vrijheid van onderwijs ook een onrustig bezit is. Afgelopen dagen bleek dat weer.
Het kabinet zocht steun voor zijn maatregelen om de woningmarkt er bovenop te helpen. D66, CU en SGP wilden die steun geven. Voor de SGP leidde die constructieve houding direct tot winst. Een omstreden plan van regeringspartij PvdA om te bezuinigen op de bekostiging van het identiteitsgebonden leerlingenvervoer is van tafel. Voorlopig. Deze voor het christelijk en reformatorisch onderwijs ongunstige maatregel zal vroeg of laat terugkeren op de politieke agenda, maar de kou is even uit de lucht.
Bij geval komt de Onderwijsraad nog geen twee dagen later met het advies om kleine basisscholen (minder dan honderd leerlingen) in de toekomst op te heffen. Ze zijn te duur en ondervinden te veel problemen, onder meer bestuurlijke, om het hoofd boven water te houden. Opnieuw een voorstel waarbij de vraag rijst: Hoe verhoudt dit idee zich tot de vrijheid van ouders om hun kind naar de school van hun keuze te sturen? Zeker als die school kilometers verderop ligt en het praktisch en/of financieel feitelijk onmogelijk is er gebruik van te maken.
De Onderwijsraad heeft met het onderwerp op zich een terecht punt te pakken. Scholen in dunbevolkte gebieden lopen leeg. Door hun te beperkte omvang zijn ze niet alleen duur, maar scoren ze ook nogal eens matig tot slecht als het gaat om de kwaliteit. Aan de andere kant: de sluiting van een school, zeker als het de laatste in het dorp is, zal de leegloop verder stimuleren.
Dat de Onderwijsraad maatregelen voorstelt, is te begrijpen. Ook kan dit gezaghebbende adviescollege van de regering niet beticht worden van neigingen om te morrelen aan de vrijheid van onderwijs. Integendeel. De raad staat juist bekend als hoeder ervan. Maar toch dit advies.
Stel dat het praktijk wordt, wat betekent dit dan bijvoorbeeld voor de spreiding van orthodox-christelijke scholen? Worden ouders in de toekomst gedwongen hun kind naar een school van een andere richting te sturen, omdat die van hun eigen levensbeschouwelijke kleur te ver weg is? En welke gevolgen heeft dit voor de bekostiging van het leerlingenvervoer, waar de PvdA, en naar te vrezen is de meerderheid van de Tweede Kamer, op termijn het mes in wil zetten? De vervoerskosten zullen alleen maar toenemen als ouders hun kind naar een school verder weg moeten sturen.
De Onderwijsraad meent dat ouders ook met een kleiner aantal scholen voldoende keuzevrijheid zullen overhouden. Dat is een aanname waarvan de juistheid niet bij voorbaat vaststaat. Ook het door de raad bepleite instrument van scholenfusies roept vragen op. In andere sectoren van het onderwijs, bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, zijn de ervaringen met fusies niet onverdeeld positief. De vrijheid van onderwijs is een groot goed, maar blijft tegelijk een onrustig bezit.