Agent Johannes R. schoot in de nacht van 8 op 9 februari 2010 van dichtbij twee inbrekers neer in het centrum van Deventer. Bij de eerste ging de kogel via de neusbrug het hoofd in en via de keel het lichaam weer uit. De tweede werd in zijn bovenbeen getroffen.

Twee weken erna loste hij schoten bij een overval. Ook bleek hij 3 maanden eerder op een rijdende auto te hebben geschoten.

Het Openbaar Ministerie had eerder besloten de agent niet te vervolgen. De twee inbrekers spanden daarop een procedure aan bij gerechtshof in Leeuwarden. Het hof besloot dat het OM wel tot vervolging moest overgaan.

De officier van justitie eiste donderdag schuldigverklaring zonder strafoplegging. Volgens hem kon de agent geen beroep doen op noodweer. Hij schoot de inbrekers neer terwijl ze in gehurkte houding uit een gat in een deur aan het kruipen waren. De noodzaak zich te verdedigen met zijn wapen was er niet, vond de officier.

De raadsman van R. bepleitte vrijspraak danwel ontslag van rechtsvervolging met een beroep op noodweer. Een van de inbrekers droeg een grote voorhamer en de agent moest in een fractie van enkele seconden reageren. Bovendien sommeerde hij tot tweemaal de inbrekers om te blijven staan, maar reageerden ze niet.

De rechtbank vonnist op 28 februari.