Schone kleding lijdt onder crisis in Spanje
Spanjaarden zijn zich bewust van de uitbuiting in de wereldwijde kledingindustrie. Maar de dalende koopkracht en aantrekkingskracht van merknamen zitten verantwoord winkelen in de weg.
„We weten wat er gebeurt in de kledingindustrie, maar wat kun je daaraan doen? Het is crisis en je kunt al niet veel kopen. En dat wat je koopt, mag niet duur zijn”, zegt Virginia, terwijl ze een winkel in de Zuid-Spaanse stad Malaga verlaat. „Die kleding komt uit Bangladesh toch?”, zegt ze, terwijl ze naar een etalage wijst.
Eva Kreisler, de coördinator van de Schone Kleren Campagne in Spanje, vindt het „weerzinwekkend” dat de vrouwen die in landen als Bangladesh kleding maken voor grote bedrijven, „lage productiekosten voor de bedrijven en lage prijzen voor de consument subsidiëren” door in slechte omstandigheden en tegen lage lonen te werken. „Het probleem is dat uitbuiting structureel is. Er moeten dus ook structurele maatregelen woren genomen door grote bedrijven om er iets aan te doen”, zegt ze.
De Schone Kleren Campagne (SKC) is niet voor boycots van merken of kledingketens. De organisatie wil liever consumenten kritisch maken, zodat ze vragen stellen over de herkomst van kleding en participeren in campagnes om hogere lonen te vragen en betere arbeidsomstandigheden te eisen voor textielarbeiders.
Lourdes werkt al elf jaar als verkoopster in een winkel van de Spaanse groep Inditex, eigenaar van een aantal ketens zoals Zara, Pull & Bear, Massimo Dutti, Bershka en Stradivarius. Ze weet echter niets over een gedragscode en ook niet of haar werkgever zich daaraan houdt. Van klanten heeft ze nog nooit vragen gehad over de herkomst van de kleding. Zelf leest ze nooit de labels als ze kleding koopt.
In de afgelopen drie maanden braken branden uit in fabrieken in Bangladesh die produceren voor Inditex, Gap, H&M en Levi’s. Honderden vrouwen kwamen om bij die branden. Bij het laatste incident, op 26 januari, kwamen zeven vrouwen om. Vier van hen waren nog maar zeventien jaar oud, zegt Kreisler. Ze wil dat fabrieken in Bangladesh veiligheidsmaatregelen nemen, zoals voorgesteld door plaatselijke en internationale vakbonden, om dit soort tragedies te voorkomen. Twee dagen na de brand kondigde Inditex aan de band met leveranciers in Bangladesh te verbreken.
Negentig procent van de arbeiders in de fabrieken is vrouw. Meestal komen deze vrouwen van het platteland. Ze weten weinig over hun rechten, zegt Kreisler. Er heerst bovendien een sterk antivakbondsklimaat in Bangladesh. „Maar 1 procent van de arbeiders is lid van een vakbond.”
‘Schone’ kleren, die gemaakt zijn onder goede arbeidsomstandigheden, zijn echter duurder en de koopkracht in Spanje bevindt zich momenteel op een dieptepunt. María, een verkoopster in een cosmeticawinkel, zegt dat ze vroeger selectiever was als het ging om kleding. „Maar nu let ik niet meer op de herkomst. Dat heeft een heel eenvoudige reden: ik kan nu minder geld uitgeven.”
Mercedes loopt langs bakken met kledingstukken die allemaal maar 3 euro kosten. „Ik kijk wel naar het etiket en ik weet ook dat er mensen uitgebuit worden. Je vraagt je wel eens af hoe het allemaal zo goedkoop kan.”
Tweedehands kleding is in Spanje nog niet zo gemakkelijk verkrijgbaar als in Groot-Brittannië en de Noord-Europese landen. „Maar dat kan veranderen”, zegt Laura Rubio, coördinator van Aeress, een vereniging die hergebruik stimuleert.
In Malaga heeft de Stichting Cudeca twaalf winkels met gedoneerde kleding. De opbrengsten gaan deels naar een palliatief centrum voor kankerpatiënten. De winkels worden gerund door een netwerk van meer dan vierhonderd vrijwilligers.