Recensie: Pärt door Nederlands Kamerkoor
Een van de muzikale parels waarmee Nederland op wereldniveau scoort, is het Nederlands Kamerkoor (NKK). Triest dat zo’n topensemble moet vechten voor zijn bestaan omdat de regering met ongerichte slagen van een botte bijl zorgt voor een kaalslag binnen het muziekbestel.
Het NKK is niet alleen een van de beste vocale ensembles ter wereld, maar ook een van de veelzijdigste. Oud of modern, het maakt niet uit. Al jaren volg ik het koor waar mogelijk op zijn concerten en elk nieuw programma dat gebracht wordt is weer een openbaring. Dat laatste geldt ook voor deze cd met werk van Arvo Pärt (1935), opgenomen in het Muziekgebouw aan het IJ. Samen met het Nederlands Kamerorkest nam het NKK een doorsnee van Pärts oeuvre op, en één ding is duidelijk: hier wordt een meester meesterlijk vertolkt. Onder leiding van Risto Joost, een jonge landgenoot van de Estlander Pärt, klinkt deze muziek zoals zij moet klinken: homogeen in de eenstemmige Psalm 121, loepzuiver in het a capella gezongen ”Nunc dimittis” (Lofzang van Simeon) en indrukwekkend majestueus in het Te Deum voor drie koren, strijkorkest en tape.
Het Nederlands Kamerorkest bewijst zijn kwaliteit nog eens extra in een ongehoord spannende vertolking van het bekende stuk ”Fratres”, waarin concertmeester Gordan Nicolić zich ontpopt als een gedreven aanjager. Eenzelfde spanning kenmerkt ”Orient & Occident”, waarin de oosterse ingetogenheid wordt afgezet tegen de westerse complexe meerstemmigheid. De unieke klank van het orkest kenmerkt zich door een uiterst afgewogen dosering van onderlinge sterkteverhoudingen, waardoor zelfs het zwaarste forte nog verfijnd klinkt. Puur genieten dus.
Arvo Pärt – Nederlands Kamerkoor en Nederlands Kamerorkest; Globe (GLO 5252); € 16,50; www.nederlandskamerkoor.nl
Strijkorkest
Gemengd koor a capella
Drie koren, prepared piano, strijkorkest en tape