Opinie

Holocaust geen straf van God, maar werk van de duisternis

De Holocaust is niet een straf van God, maar een werk van de duisternis, stelt dr. Ewald Mackay. En zelfs in die duisternis schijnen nog vonken van Gods licht.

Dr. Ewald Mackay
13 February 2013 21:11Gewijzigd op 15 November 2020 01:56
De ”Hal van de namen” in holocaustmuseum Yad Vashem in Jeruzalem.  Foto EPA
De ”Hal van de namen” in holocaustmuseum Yad Vashem in Jeruzalem. Foto EPA

Als kind vond ik bij ons thuis op zolder in een oud kastje de vier delen van Anne de Vries’ ”Reis door de nacht”. De titel ervan vind ik nog steeds een diep en waar beeld van de oorlog. De gehele geschiedenis is een schaduwland, maar de Holocaust is werkelijk de nacht van de geschiedenis. Waar is God in deze nacht?

Hitlers symbool is de swastika of het hakenkruis. Dat is een Indo-Germaans symbool: een rad van de tijd. Er zal een nieuwe tijd aanbreken en Hitler is de lichtgod van dat rijk. Hij zag zichzelf als een Christusgestalte, maar dan in de Germaanse trekken van Richard Wagners opera ”Parsifal”.

Himmler, Hess en Eckhart vormden een occult genootschap. Jaarlijks vierden zij op 30 april de Walpurgisnacht, een satanisch, oud-Germaans ritueel. Het is niet zonder reden dat Hitler op 30 april (1945) zelfmoord pleegde. Velen werden gebiologeerd door Hitlers dwingende kracht. De duisternis komt immers als een engel des lichts.

Zelfs de Duitse kerken lieten zich verblinden; op veel kansels lagen ”Mein Kampf” en de Bijbel naast elkaar. Gelukkig waren er ook christenen die hem doorzagen. Een van hen, Hans-Bern von Haeften, werkte mee aan de aanslag op Hitler in juni 1944. Toen Von Haeften voor zijn beulen stond zei hij dat hij had meegewerkt aan de aanslag „omdat Hitler een groot vertegenwoordiger van het kwaad is.”

Elie Wiesel

Waar was God in deze duisternis? Het antwoord van Joodse overlevenden op deze zeer moeilijke vraag beweegt zich grofweg tussen twee uitersten.

Aan de ene kant is er de visie van de Joodse schrijver Elie Wiesel. Hij beschrijft hoe op een dag enkele Joodse mannen worden opgehangen. Iedereen moet toekijken. Dan klinkt er bijna onhoorbaar door de rijen de vraag: „Waar is God?” Voor Wiesel is er geen antwoord op deze vraag. Auschwitz kán niet samengaan met de goede God, en in vertwijfeling of soms zelfs geloofsverlies blijven deze overlevenden achter.

Aan de andere kant is er de visie van Yossel Rakover, die een gebed schreef vlak voordat hij stierf. Dit gebed vertolkt het oude geloof in de verkiezing van Israël. God koos Israël als Zijn oogappel. De duisternis haat God. De duisternis wil het licht Gods doven door Hem in de ogen te slaan. Maar Yossel Rakover bidt: „Hoor Israël, de Heere onze God is Eén.”

Nederlandse kerken

Hoe zagen de Nederlandse kerken de nazi’s? Zij konden niet weten wat wij achteraf weten en we moeten voorzichtig zijn in ons oordeel: wat zouden wijzelf gedaan hebben? Tegelijk moeten we ook eerlijk zijn. Er waren in alle kerken zowel verzetsmensen zoals Johannes Post en collaborateurs als NSB-dominee Boissevain. Nogal eens werd de oorlog gezien als een straf Gods voor zondig Europa en de Holocaust als een gevolg van de Joodse afwijzing van Christus.

Maar er zijn ook andere stemmen. De familie Ten Boom beschouwde het als geloofsplicht om de ”oudste broeder” te helpen onderduiken. De zussen komen in Ravensbrück terecht en proberen daar een licht te zijn. Op zondag is er bij een klein elektrisch lampje een geheime kerkdienst met mensen uit allerlei kerken: „Een voorsmaak van de hemel.”

Zo is er ook Floris Bakels, die in ”Nacht und Nebel” zegt: „Zoals het licht van de vuurtoren bij zonnig weer op zee slechts als een vonkje te zien is maar ’s nachts verblindende bundels uitstraalt, zo was ook de Almachtige, in het gewone leven een vonk, in het kamp op fenomenale wijze tegenwoordig – en dat is de eigenlijke boodschap die ik te brengen heb.”

Vonken van licht

Waar is God in de Holocaust? Naar mijn overtuiging is de Holocaust een werk der duisternis en niet een straf Gods. God laat de duisternis –zoals bij Job– naar zijn uiterste grens gaan. Mensen hebben van Hem de algemene genade van de eigen morele verantwoordelijkheid gekregen omdat ze anders slechts marionetten zouden zijn. Tot het einde der tijden blijven het onkruid en de tarwe verstrengeld. Pas dan zal Gods licht de duisternis definitief verzwelgen.

Tegelijk mogen we zeggen dat Hij in de Holocaust overal is waar vonken van licht schijnen. Dietrich Bonhoeffer zegt het zo diep en mooi in zijn gedicht ”Goede machten”, dat hij schreef op oudejaarsdag 1944 – zijn laatste oudejaarsdag, want hij zal in het nieuwe jaar gaan sterven onder de handen van zijn beulen: „Wij weten het: Uw licht schijnt in de nacht.”

De auteur is docent (cultuur)geschiedenis en filosofie aan hogeschool Driestar Educatief te Gouda. Dit artikel is een verkorte weergave van de lezing die hij gisteravond hield op de scholengemeenschap Gomarus te Gorinchem in het kader van hun ”Nacht van de geschiedenis”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer