Levensbeschouwelijke omroepen verdwijnen
DEN HAAG (ANP) – Voor de kleine levensbeschouwelijke omroepen is in het toekomstige en compacte omroepbestel geen plek meer. De publieke omroep telt vanaf 2016 nog maximaal acht omroeporganisaties. Dat zijn er nu nog 21.
Staatssecretaris Sander Dekker (Media) kondigde in december al aan dat de religieuze omroepen als RKK en IKON vanaf 2016 geen apart budget meer krijgen, woensdag blijkt uit het uitgewerkte wetsvoorstel dat de omroepen ook hun zendtijd verliezen. Dat betekent dat ze geen bestaansrecht meer hebben en moeten stoppen.
Volgens Dekker bleek uit gesprekken met de kleine religieuze omroepen dat ze geen goede programma’s kunnen blijven maken of andere financieringsbronnen kunnen aanwenden. „Andere omroepen zijn ook prima in staat goede levenbeschouwelijke programma’s te maken. Daarvoor zijn niet allemaal verschillende omroepen nodig”, zegt Dekker. Hij wil hierover afspraken maken met ‘Hilversum’.
Het toekomstige omroepbestel bestaat uit drie fusieomroepen: KRO-NCRV, TROS-AVRO en VARA-BNN. De EO, MAX en VPRO blijven zelfstandig, evenals de taakorganisaties NOS en NTR. Dekker heeft in de nieuwe Mediawet de budgetverdeling verder uitgewerkt. Omroepen krijgen een garantiebudget van 50 procent en een minimaal aantal uren om uit te zenden.
De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) verdeelt de overige 50 procent van het totale budget over de omroeporganisaties die daarvoor de competitie met elkaar aangaan op creativiteit en kwaliteit. Omroepen die voorstellen doen die bijdragen aan de kwaliteit van de publieke omroep als geheel kunnen hierdoor meer budget krijgen. Dekker verwacht dat dit betere programma’s oplevert en een sterker omroepbestel.
Dekker: „Door niet langer naar ledenaantallen te kijken maar op kwaliteit te sturen brengen we het systeem meer in balans. Zo zijn we ook af van de gekkigheid dat omroepen druk leden gaan werven. Het moet gaan om de optelsom van goede programma-ideeën in plaats van de optelsom van ledenaantallen.”
Omroepen die vrijwillig fuseren krijgen het dubbele basisbudget en een fusiebonus.