Singapore sloopt Changi-gevangenis
De Aziatische stadstaat Singapore gaat binnen enkele maanden de beruchte Changi-gevangenis grotendeels slopen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloten de Japanners daar meer dan 70.000 mensen op, onder wie veel Britten, Australiërs, etnische Chinezen en ook duizenden Nederlanders.
Het complex is nog altijd een gevangenis en is berucht als executieplaats. In 1994 waren vrijwel alle Nederlandse ogen gericht op de Changi-gevangenis. Toen werd er de Nederlandse ingenieur Johannes van Damme opgehangen, nadat hij drie jaar eerder met 4 kilo heroïne op het vliegveld van Singapore was gearresteerd.
Een woordvoerder van het Singaporaanse gevangeniswezen zei woensdag dat het 67 jaar oude gebouw moet wijken voor nieuwbouw. Vooral de Australische regering heeft er eerder op aangedrongen de gevangenis niet te slopen en het complex te behouden als historisch monument. Volgens de krant Straits Times zal slechts een klein deel van de oude gevangenis voor dat doel overeind blijven staan.
Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog in de gevangenis verbleven, waren over het algemeen militairen die in het door de Japanners bezette Nederlands-Indië krijgsgevangen waren gemaakt. De Changi-gevangenis was meestal het eerste station op de doorreis naar met name de Birma-spoorlijn. Het verblijf in Changi was redelijk vergeleken bij de zware ontberingen die de mannen bij de aanleg van de spoorlijn zouden ondervinden en die vaak tot de dood leidden. In de gevangenis waren een niet al te slechte verzorging, enig vertier en zelfs een krant, de POW WOW (POW staat voor ”prisoner of war” ofwel krijgsgevangene).
Voor de oorlog was Changi een groot Brits kazernecomplex voor de verdediging van Singapore. In de oorlog bestond het uit vijf onderdelen, waarvan drie speciaal in het leven geroepen barakkenkampen. Behalve de tienduizenden militaire gevangenen waren er nog 3500 burgergeïnterneerden, gerekend over de gehele oorlogsperiode.