Winterconferentie JBGG: van aards huis verhuizen naar het Vaderhuis
DORDRECHT – „Jullie hebben vast weleens een verhuisbericht gehad. Eens veranderen wij allen van woning. Als Gods kinderen sterven, verhuizen ze van het aardse huis naar het Vaderhuis.”
Dat zei S. W. Janse, student aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten, zaterdag in Dordrecht, op de tweede dag van de Winterconferentie van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten (JBGG). De conferentie had als thema: ”Houvast in je leven en in je sterven”, en werd bezocht door ongeveer tachtig jongeren. Vrijdagavond sprak ds. G. J. van Aalst, predikant te Klaaswaal, over houvast in je leven, naar aanleiding van Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. Zaterdag leidde student Janse een Bijbelstudie over houvast in je sterven, naar aanleiding van 2 Korinthe 5:1-10.
Ds. Van Aalst zei dat het leven vol is van onzekerheden. „Hoe groter de onzekerheid die je treft, hoe meer houvast je nodig hebt.” Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus spreekt volgens de predikant niet alleen over hoe ellendig een mens is zonder God, „maar ook hoe je bevrijd wordt van de zonde en de dood en in leven en sterven houvast en troost kunt krijgen.”
Student Janse wees erop hoe Paulus de kinderen van God in Korinthe heiligen noemt. Ze zijn in leven en sterven het eigendom geworden van een Ander. Als Paulus wordt aangevallen op zijn roeping, gaat hij zich verantwoorden. Janse: „Hij is wervend bezig voor Koning Jezus. Hij wil mensen jaloers maken. „Wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen”, schrijft hij. Je kunt nu wel verdrukt worden, maar straks wacht de heerlijkheid. Voor Paulus is dat een geloofswetenschap.”
Heb jij die kennis ook, vroeg student Janse. „Voor Paulus staat het zo vast als een huis. Hij heeft houvast gekregen.” Hoe kwam hij aan dat houvast? Janse: „In het leven na de dood. Voor veel mensen is dat een vraagteken. Maar voor Paulus is het een uitroepteken.” De boodschap die Paulus aan de gemeente van Korinthe brengt, is niet nieuw, aldus de student tegen de jongeren. „Ik leg deze ook voor jullie neer. De mens gaat naar zijn eeuwig huis.”
Dat ons leven een gestadige dood is, is ons verdiende loon, aldus Janse. Hij onderstreepte dat de mens gereed moet zijn om God te ontmoeten. Paulus was daar klaar voor, aldus Janse. „Zijn leven –hij vergelijkt dat met een tabernakel, een tent– wordt afgebroken. Een tent predikt jou en mij dat we op doorreis zijn. We zijn een voorbijganger. We maken ons druk over van alles en nog wat, behalve over onze verhuizing. Als straks de verhuiswagen voor de deur staat, waar is de reis dan heen?”
In de plenaire bespreking kwam 2 Korinthe 5:5 aan de orde. Daarin staat centraal het ”onderpand des Geestes”, dat God gegeven heeft. Er kwamen diverse vragen aan de orde over de zekerheid van het heil, zoals: Hoe weet ik of ik in Christus ben of niet? Volgens student Janse is er in het geloof nooit twijfel. „De gelovige kent veel strijd. Die heeft niet altijd zekerheid. Er is eb en vloed. Het geloof grondt zich op het Woord. En geloof gaat nooit buiten het gevoel om”, aldus Janse.
Of de Heere alleen in de weg van bidden en Bijbellezen het ware geloof werkt, was een andere vraag. Volgens Janse wil de Heere erom gebeden zijn. We vinden Hem in Zijn Woord. Hij wees op Psalm 50:15: „Roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen.”
In drie workshops werd het thema van de conferentie verder uitgewerkt. Daarbij werden onderwerpen betrokken uit de Heidelbergse Catechismus.