Een bundeltje hysop als Bijbelse kwast
Hysop komt in de Bijbel geregeld voor. Toegepast in ceremoniële reinigingsrituelen, maar ook om er een kwast van te maken om bloed te strijken of water te sprengen. Niet alleen de Joden, maar ook de oude Egyptenaren en Grieken gebruikten hysop in hun religieuze riten.
Wie enigszins met kruiden en tuinplanten op de hoogte is, zal denken dat de Bijbel de Europese hysop (Hyssoppus officinalis) bedoelt: een geurige plant die in de natuur van Zuid-Europa veel voorkomt. De kruidenplant komt in ons land als vaste plant voor in bloemborders.
Dat is echter een vergissing: Israëlische botanici wijzen erop dat deze soort vroeger in Israël en de Sinaï niet voorkwam. De Bijbel bedoelt de Syrische hysop (Origanum syriacum). Een plant die ook behoort tot de familie van lipbloemigen, maar niet tot hetzelfde hysopgeslacht. Deze variant groeit vanouds wel in Kanaän en komt ook in de Sinaïwoestijn voor. De Europese hysop kreeg de Latijnse naam Hyssoppus officinalis. De Syrische hysop werd door zijn afwijkende bloemkenmerken in het geslacht Origanum geplaatst.
De Syrische hysop is een grijs behaarde plant van ongeveer 70 centimeter hoog met sterk vertakte stengels. In de oksels van behaarde blaadjes staan kleine witte bloemen in groepjes bij elkaar aan het bovenste deel van de stengels. Het is een sterk geurende plant vanwege de aanwezige etherische olie.
Het Hebreeuwse woord ”ezov” is later in het Grieks vertaald met hysop. Hysop was in de oudheid een symbool van zuivering. Onder meer Egyptenaren en Grieken gebruikten de plant om tempels en heiligdommen te reinigen. Wanneer je de sterk behaarde scheuten met een scharlaken draad omwindt kun je er gemakkelijk een kwast van maken.
Ook de Israëlieten gebruikten de plant. Mozes beveelt hen in Exodus 12:22 om in de nacht voor de uittocht uit Egypte om met een bundeltje hysop het bloed van het paaslam aan de bovendorpel en de zijposten van de deuropening te strijken.
De hysop wordt opnieuw genoemd in de wet voor de reiniging van melaatsheid (Leviticus 14). Hier wordt geboden dat er twee levende reine vogels genomen moeten worden met cederhout, scharlaken en hysop. Waarschijnlijk moest hiervan een kwastje worden gemaakt waarmee het bloed van de vogel gesprengd moest worden op de genezen melaatse.
In Numeri 19 komen we het water van de afzondering tegen. Dit moest met hysop gesprengd worden op een onreine. Hebreeën 9:19 verwijst naar deze besprenging. Ook David noemt deze in Psalm 51:9, waar hij zegt: „Ontzondig mij met hysop en ik zal rein zijn.”
Dit is het negende deel in een serie artikelen over Bijbelse planten.