CDA kan wel degelijk oppositie voeren
Vijftien jaar geleden publiceerde NRC-journalist Kees Versteegh een interessant boek: ”De honden blaffen. Waarom het CDA geen oppositie kan voeren”. Het boek zag midden in de paarse periode het licht. Dát het CDA geen oppositie kon voeren, kon iedereen in die jaren met eigen ogen zien. Partijleider Heerma bakte er niets van. Zijn opvolger De Hoop Scheffer sloeg evenmin een deuk in een pakje boter.
Om de christendemocratische onmacht te verklaren, wees Versteegh onder meer op de nauwe banden die het CDA altijd had onderhouden met het maatschappelijk middenveld. De partij was als een octopus die zijn tentakels had in kerken, boerenbonden en vakbeweging. Vanuit dat middenveld werd het CDA voortdurend gevoed met ideeën en personen. In de paarse tijd werd die twee-eenheid, aldus Versteegh, verbroken. De partij had geen macht meer, en dus liepen boeren en vakbondslui het CDA voorbij om zich tot anderen te wenden.
Niet minder fnuikend was de vísie van de christendemocraten op het maatschappelijk middenveld. Als bestuurderspartij had het CDA altijd zijn oor te luisteren gelegd bij het maatschappelijk middenveld. Dát moest maar zeggen hoe het moest, dát moest maar aangeven welke richting ingeslagen moest worden. Als oppositiepartij moest het CDA plots zelf met antwoorden en met alternatieven voor het paarse beleid komen. En daarin faalde het jammerlijk.
Waarom nu zo uitvoerig teruggrepen op dit boek? Omdat het na vijftien jaar toch wel enige aanvulling behoeft. Ging van de analyse van Versteegh de suggestie uit dat het CDA vanwege intrinsieke, met de partijideologie verbonden redenen waarschijnlijk altíjd moeite zou hebben met effectief oppositie voeren, de achterliggende week liet iets anders zien. De verkiezingen die de christendemocraten meedogenloos van het pluche verdreven liggen nog geen halfjaar achter ons of het CDA lijkt moeiteloos te zijn omgeschakeld van de bestuurders- naar de oppositiemodus.
”CDA breekt debat over Europa open”, kopte maandag de Volkskrant. Via dit dagblad legde partijleider Van Haersma Buma het kabinet een lijstje punten voor waarop Europa nodig gas terug zou moeten nemen. Dat hij in het Kamerdebat van de dag daarop hoon en kritiek kreeg omdat het CDA tijdens de verkiezingscampagne juist voor méér Europa pleitte, kon het christendemocratische feestje nauwelijks verstoren. Het CDA had zijn punt gemaakt en was volop in de publiciteit.
Een tweede succesje volgde meteen daarna. In het debat over de woonmarkt liet CDA-Kamerlid Knops weten dat zijn partij de plannen van het kabinet voor de huurmarkt ging blokkeren. Een pittig dreigement dat bij de coalitie hard aankwam. Weet minister Blok (Wonen en Rijksdienst) zijn voorstellen niet door het parlement te loodsen, dan kampt het kabinet met een miljardentekort.
Terug naar ”De honden blaffen”. Zou het CDA dan wel degelijk in staat zijn tot effectieve oppositie? Natuurlijk wel! Ten minste twee factoren verklaren waarom de partij nu wél klaarspeelt wat haar onder paars I en II niet lukte. De eerste is dat inmiddels tot alle CDA’ers is doorgedrongen dat aan hun positie als machtspartij definitief een einde is gekomen. Men beseft: terugvallen op het maatschappelijk middenveld gaat niet meer. Anticiperend op een groot verkiezingsverlies zette de partij vorig jaar nauwelijks nog bestuurlijke types hoog op de kandidatenlijst, maar personen die talent hebben voor het aanslaan van een harde oppositietoon.
Een tweede groot verschil met vijftien jaar geleden is dat het CDA nu een sleutelpositie heeft in de Senaat. Zonder zijn steun komen sommige kabinetsvoorstellen niet door het parlement. Die kennis geeft de partij haar op de tanden, waardoor ze met haar huidige 13 zetels meer bereikt dan vijftien jaar geleden met 33.
Nog één keer: kán het CDA oppositie voeren? Zeker te weten! De geschiedenis toont dat het CDA dat zelfs heel goed kan. Is de ARP in de 19e eeuw niet als oppositiebeweging ontstaan? Het waren christelijke politici, zoals Groen en Kuyper, die in Nederland het oppositie voeren uitvonden. En vlak ook de ARP van kort na de Tweede Wereldoorlog niet uit, toen die partij stevig inhakte op rooms-rode coalities.
Het CDA hoeft slechts die oude, historische lijn met enthousiasme opnieuw op te pakken. Leve de oppositie!