Taliban weert poliovaccinatie
Wereldwijd is polio grotendeels uitgeroeid, behalve in enkele landen als Pakistan. Moslimradicalen gebruiken de ziekte om Amerikanen dwars te zitten. Moedige vrouwen zijn intussen hun belangrijkste rivalen.
Hoever mag een Amerikaanse geheime dienst gaan om boeven te vangen? Die vraag speelt rond wat de CIA in 2010 en 2011 in Pakistan in gang zette om Osama bin Laden te pakken te krijgen.
Om erachter te komen of de al-Qaidaleider werkelijk in de Pakistaanse stad Abbottabad zat, besloot de Amerikaanse geheime dienst een nepvaccinatiecampagne in de stad te beginnen. De Pakistaanse arts Shakil Afridi was bereid om dit voor de Amerikanen op te zetten, schreven Salman Masood en Declan Walsh eind vorig jaar in de International Herald Tribune.
De arts startte een vaccinatieproject tegen hepatitis B. Het eigenlijke doel was om aan DNA-materiaal van Bin Ladens familie te komen, zodat zeker werd dat de terrorist in de stad verbleef.
De zoekactie had uiteindelijk succes, want in de zomer van 2011 werd Bin Laden bij een Amerikaanse aanval op zijn huis in Abbottabad gedood.
Inmiddels is iedereen die gebeurtenis alweer vergeten, behalve dan de Pakistaanse arts; die werd door de Pakistaanse rechter veroordeeld tot jarenlange celstraf. Toch kreeg deze CIA-actie een wrang vervolg omdat moslimradicalen sindsdien alle vaccinatieprogramma’s in Pakistan afdoen als „spionageactiviteiten van de CIA” en om die reden hebben ze die programma’s verboden verklaard.
Juist in gebieden waar militante moslims het voor het zeggen hebben –het westelijk gebied dat grenst aan Afghanistan– is grote behoefte aan vaccinatie van jonge kinderen vanwege het voorkomen van polio.
Sinds op tal van pamfletten en via de radio poliovaccinaties als „laffe CIA-acties” worden gebrandmerkt, kunnen medewerkers van die programma’s er nauwelijks nog hun werk doen.
De Pakistaanse krant Dawn meldde vorig jaar dat via Radio Mullah, een FM-kanaal dat gerund wordt door talibanleider Maulana Fazlullah uit het noordwestelijke Swatdistrict, iedere familie werd opgeroepen zich niet te laten vaccineren. Dat was immers „een Amerikaans complot” om kinderen te steriliseren en de bevolking zo te elimineren.
Vaccinatieprogramma’s werden tot inzet van een politiek steekspel in handen van antiwesterse moslimradicalen. Talibanleider Hafiz Gul Bahadur verbood vaccinaties in Noord-Waziristan en koppelde voortzetting ervan aan beëindiging van aanvallen met onbemande vliegtuigjes (drones).
Met deze toestellen schakelt de CIA terroristen op Pakistaans grondgebied uit en Hafiz Gul Bahadur had daar zwaar onder te lijden omdat hij ervan werd verdacht al-Qaidastrijders onderdak te verlenen. Door de vaccinaties te verbieden zette hij de levens van zo’n 140.000 kinderen in zijn gebied op het spel omdat hun vaccinatie niet kon doorgaan.
Talibanleiders in andere grensregio’s zetten ook radiozenders in om de bevolking op het hart drukken geen vaccinatiewerkers toe te laten. Voor deze medewerkers werd de grond algauw te heet onder de voeten. De afgelopen vijf jaar werden ze op grote schaal verjaagd uit dorpen, anderen werden ontvoerd of zelfs vermoord.
Intussen is het aantal gevallen van polio in deze grensstreken weer aan het stijgen. In 2005 gold nog een aantal van slechts 28; in 2011 was dat gestegen tot bijna 200, waarbij de meeste gevallen in het noordwesten van Pakistan werden ontdekt.
Ook andere factoren spelen een rol bij het moeizaam terugdringen van deze besmettelijke ziekte. Zo zorgden overstromingen en oorlogsgeweld er in de afgelopen jaren voor dat massa’s mensen op drift raakten. Daardoor zijn ze lastig te traceren als doelgroep voor vaccinatie.
Toch is de radicaalislamitische factor veelal doorslaggevend en dat geldt zeker ook voor de zuidelijke havenstad Karachi, waar terroristen uit de grensstreek met Afghanistan zich verschuilen tegen Amerikaanse aanvallen. Vanuit de wijken van de stad worden al geruime tijd vaccinatiewerkers onder vuur genomen door sluipschutters. Afgelopen december kostte dat diverse mensenlevens en daarom kregen toen maar liefst 24.000 medewerkers in Karachi de opdracht omwille van hun eigen veiligheid het werk voorlopig te staken.
Al sinds 1994 actief
Het poliovirus –een darmvirus– wordt gevreesd omdat het kinderverlamming kan veroorzaken en uiterst besmettelijk is. De ziekte is echter met behulp van vaccinatie prima te bestrijden, en dat is ook met succes gebeurd.
Wereldwijd lag het aantal gevallen van polio eind jaren 80 nog op zo’n 350.000, verdeeld over 125 landen. In 1988 startte de WHO een campagne om polio de wereld uit te helpen. Inmiddels is het aantal ziektegevallen geslonken tot zo’n 600.
Drie landen waar polio nog altijd endemisch is zijn Nigeria, Afghanistan en Pakistan. Vorig jaar werden in Pakistan bijna 200 gevallen van polio ontdekt, het hoogste aantal ter wereld.
Toch organiseert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) al sinds 1994 grootschalige vaccinatiecampagnes in Pakistan, waarvoor tienduizenden medewerkers worden gemobiliseerd, en daarmee heeft de WHO zeker succes geboekt bij het terugdringen van de ziekte in Pakistan.
Met veel tact en geduld
LHW, Lady Health Worker, worden ze genoemd, maar achter dit onpersoonlijke jargon gaan de helden van Pakistan schuil: jonge vrouwen die met gevaar voor eigen leven op pad gaan om kinderen onder de vijf jaar tegen polio te vaccineren.
Dat doen ze altijd met z’n tweeën, sjouwend met koelboxen vol vaccinatievloeistof en vaak urenlang lopend over modderpaadjes op weg naar afgelegen dorpen om er straat voor straat aan te kloppen bij de huizen.
De (jonge) vrouwen vormen de ruggengraat van de vaccinatieprogramma’s, omdat alleen zij toegang hebben tot de huizen, waar moeders hun kroost verzorgen. Maar ook van hen wordt veel geduld, tact en vasthoudendheid gevraagd om de vaak wantrouwige families zover te krijgen om hun kinderen te laten vaccineren. Dat vaccineren zelf heeft weinig om het lijf: zorgen dat het mondje van de kleine opengaat en er enkele vaccinatiedruppels in laten vallen.
Als alles meezit, worden dagelijks op die manier tussen de 150 en 200 kinderen bereikt. Ieder kind dat is behandeld krijgt een stempel op zijn of haar handje en op de voordeur van het huis komt een krabbel van krijt.
Vanwege het toenemend geweld tegen de vrouwen zijn die ook steeds meer de heldinnen aan de frontlinie. Tasneem Kausa uit Islamabad doet al sinds 1996 mee aan de vaccinatiecampagnes. Zij en haar collega gaan nooit zonder politiebegeleiding de dorpen in, maar zelfs dat stelt haar gezin niet gerust, vertelde ze in december aan een journalist van BBC News Asia. „Iedere keer als ik op pad ga, smeekt mijn dochter van elf me om toch maar niet op pad te gaan. En mijn zoontje van tien bestookt me tijdens mijn tocht voortdurend met sms’jes om te vragen of hoe het met me is.”
Met haar werk verdient ze twee dollar per dag, tien dollar voor een vijfdaagse campagne, en dat geld kan ze goed gebruiken sinds haar man zonder werk zit.
Na christenen nu de hulpverleners
Na christenen, sjiieten, ahmadi’s, Hazara’s en vrouwelijke activisten zijn nu ook medewerkers van poliovaccinatieprogramma’s doelwit van de Pakistaanse taliban.
Zo werden op 31 januari van dit jaar vier mannelijke medewerkers van de Pakistaanse hulporganisatie Hands in de buitenwijken van Karachi ontvoerd. Sinsdien is niets meer van hen vernomen.
In december, zo meldde Amir Murtaza van de Asian Human Rights Commission (AHRC) begin februari, werden zes poliovaccinatiemedewerkers, onder wie vijf vrouwen, vermoord op het moment dat een landelijke campagne van start was gegaan. Zowel in de zuidelijke havenstad Karachi als in de westelijke grensplaats Peshawar vielen doden.
Daarna volgden die maand nog drie dodelijke aanslagen, waardoor het aantal doden in december op negen kwam.
Al eerder, op 16 oktober, was een medewerker doodgeschoten in Queta, de hoofdstad van Balochistan. En in diezelfde maand raakte het toen 14-jarige Pakistaanse meisje Malala Yusafzai zwaargewond toen ze door talibanstrijders werd neergeschoten. Malala maakt zich sterk voor onderwijs aan meisjes en daarom moest ze kennelijk worden uitgeschakeld. Ze wordt momenteel in een Londens ziekenhuis behandeld.
Toestand wereldwijd slechter dan ooit
Niet alleen in Pakistan maar wereldwijd worden steeds meer hulpverleners slachtoffer van geweld. Volgens het ”Aid Workers Security Report 2012”, dat in december uitkwam en is opgesteld door de organisatie Humanitarian Outcomes, werden in 2011 308 hulpverleners gedood, ontvoerd of gewond, het hoogste aantal ooit.
In de grafieken is de wereldwijde situatie voor hulpverleners schematisch weergegeven.