Proces moeder ’meisje van Nulde’ hervat
Het gerechtshof in Arnhem hervat donderdag het proces in hoger beroep tegen Wanda R., moeder van Rowena Rikkers, beter bekend als het meisje van Nulde. Het hof zal de ex–partner van de verdachte, Mike J., als getuige horen. Ook zijn twee gedragskundigen opgeroepen om hun bevindingen nader toe te lichten.
De gedragskundigen zijn een onderzoeker van het Pieter Baan Centrum (PBC), de observatiekliniek van justitie, en een psycholoog die een tegenonderzoek heeft uitgevoerd. Het PBC adviseerde de rechtbank in Zutphen R. tbs op te leggen, maar dit advies werd niet overgenomen. Na een eis van vijftien jaar cel en tbs met dwangverpleging veroordeelde de rechtbank R. in januari tot acht jaar gevangenisstraf.
R. wordt mede verantwoordelijk gehouden voor de gewelddadige dood van haar 4–jarige dochter Rowena. Lichaamsdelen van het kind werden na haar gruwelijke dood in augustus 2001 verspreid over het land aangetroffen, onder andere bij het Veluwse Strand Nulde. De zaak veroorzaakte grote opschudding.
In december spoorde de politie Wanda en Mike op in Spanje, nadat een Brits forensisch expert een geslaagde reconstructie had vervaardigd van het hoofdje van Rowena. Aan de hand daarvan kon de identiteit van het slachtoffer worden vastgesteld. Mike J. is veroordeeld tot twaalf jaar cel en tbs met dwangverpleging, wegens het feitelijk doden van het meisje. Rowena is gestorven aan stelselmatige, zware mishandeling. J. legde het stoffelijk overschot enige tijd in een vriezer, verminkte het om het onherkenbaar te maken en zaagde het in stukken. J. berustte in zijn veroordeling.
Volgens de rechtbank heeft moeder Wanda een passieve rol gespeeld in het drama. De rechtbank achtte de kans op herhaling niet groot en vond de tbs–maatregel daarom niet nodig. Het Openbaar Ministerie denkt daar anders over en ging, evenals Wanda R. zelf, in hoger beroep tegen het vonnis. Volgens Wanda is zij niet actief betrokken geweest bij het doden van Rowena.
Advocaat–generaal R. Rozingh en R.’s advocaat meenden tijdens het hoger beroep te kunnen volstaan met een nieuwe behandeling van de feiten. Het hof in Arnhem was het daar niet mee eens, zo bleek tijdens een regiezitting in mei. Het hof wil nader ingelicht worden door de gedragskundigen die R. hebben onderzocht. Voor de zaak is twee dagen uitgetrokken.