Kottervisser werkt duurzamer, meer innovatie nodig
DEN HAAG – Economische en ecologische belangen in de kottervisserij groeien naar elkaar toe, maar de overheid moet voluit blijven inzetten op verdergaande innovatie van de visserij en moet doortastender optreden bij de handhaving van regelgeving.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in het vanmorgen gepubliceerde rapport ”Duurzame visserij: terugblik”.
De Rekenkamer concludeerde in 2008 nog dat economische belangen de boventoon voerden in de kottervisserijsector, boven het ecologisch belang van de vis. „Het Nederlandse visserijbeleid was niet streng genoeg om de duurzaamheidsdoelen van het Nederlandse visserijbeleid te kunnen behalen.”
Sinds die tijd echter hanteren kottervissers de aangescherpte Europese norm voor de vangst van schol en tong. „De schadelijke boomkormethode wordt daarnaast geleidelijk vervangen door een minder schadelijke vangsttechniek.”
Het streven naar meer duurzaamheid van de kottervisserij lijkt sindsdien „binnen de sector breder gedragen” en lijkt „een gemeenschappelijk belang geworden”, stelt de Algemene Rekenkamer vast. Dat maakt een „vruchtbare samenwerking tussen overheid en visserijsector op basis van partnerschap mogelijk”, vooral op de terreinen van innovatie en certificering.
De Rekenkamer constateert verder dat viskeurmerken –zoals het MSC-keurmerk– in de afgelopen vijf jaar hebben bijgedragen aan een verduurzaming van de werkwijze van de commerciële kottervisserij, „maar ze kunnen het beleid nooit vervangen.”
Zorgen maakt de Algemene Rekenkamer zich over de handhaving van wet- en regelgeving. De capaciteit van de inspectie is door bezuinigingen afgenomen. „Het is onduidelijk in hoeverre risicogestuurde handhaving door elektronische hulpmiddelen de afgenomen capaciteit compenseert.”
In een reactie op het rapport stelt staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) dat de handhaving inderdaad op niveau moet blijven, maar dat zij wel moet bezuinigen op haar ambtenarenkorps. Nu de aanlanding van alle gevangen vis verplicht wordt, vindt de bewindsvrouw het „vanzelfsprekend” dat ze beziet of het aantal inspecteurs moet worden uitgebreid.
De kottervisserij omvat 308 vaartuigen waarmee jaarlijks ongeveer 205 miljoen euro wordt omgezet.