De trap naar beneden
Iedereen kent wel de plaat van de brede en de smalle weg. Minder bekend is dat er vroeger in veel huiskamers ook een ”trap des levens” hing. Het ging om een allegorische afbeelding waarin het leven werd voorgesteld als een trap: de jeugd en de volwassenheid als een periode van kleur, afwisseling en vooruitgang, gevolgd door een afdaling in donkere of grauwe kleding, met al spoedig een wandelstok en later krukken, een gang van gebrek en verlies, totdat een grijze Elkerlyc zich ziek en moe te ruste legt. „Gedenck te sterven”, was de boodschap, en vaak stond dat er ook bij.
In moderne huiskamers tref je de levenstrap niet meer aan. Neergang past ook niet zo bij het moderne levensgevoel. We willen alleen maar omhoog. Iedereen wenst tijdens een lang en gezond leven de ene na de andere carrièreladder te bestijgen. Zeker als het om het salaris gaat. Ons loongebouw is gebouwd op de fundamenten van het vooruitgangsgeloof. Jonge werknemers verdienen minder dan ze presteren, ouderen meer. Tot voor kort werkte dat goed. Arbeidsrelaties duurden lang en jonge werknemers konden zo met prettige vooruitzichten hun loopbaan beginnen. Van promotie naar promotie.
Die tijd lijkt voorbij. De laatste weken wordt er steeds vaker en steeds luider over demotie gesproken. Kleine en ook grote bedrijven vragen aan hun oudere werknemers om vrijwillig loon in te leveren. Ze kosten immers veel meer dan ze in het laatje brengen. Het loon moet weer in lijn met de arbeidsproductiviteit worden gebracht. Aarzelend krijgen carrièreladders weer een klein beetje de vorm van een levenstrap. De arbeid is zijn loon waardig. Van promotie naar demotie.
De Bijbel gaat een stap verder. Niet de arbeid, maar de arbeider is zijn loon waardig. Presteren naar vermogen, ontvangen naar behoefte. Waarom zou een hoogopgeleide alleenstaande een hoger inkomen krijgen dan een laagopgeleide vader van een groot gezin? Als Paulus aan de gemeente van Korinthe vraagt om geld in te zamelen voor de arme christenen in Jeruzalem, spreekt hij de wens uit dat er gelijkheid komt. „Maar opdat uit gelijkheid, in dezen tegenwoordige tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid worde.” Daarbij verwijst de apostel naar het manna in de woestijn: „Gelijk geschreven is: Die veel verzameld had, had niet over; en die weinig verzameld had, had niet te weinig.”
Gelijkheid staat haaks op onze individualistische ideeën over carrière maken en vooruitgang boeken. Daarvoor is dan ook een andere levensgezindheid nodig dan het vooruitgangsgeloof. En ook een ander fundament dan het fundament van ons loongebouw. Paulus wijst daar op. „Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.”
Op datzelfde fundament wordt ook anno 2013 de christelijke gemeente gebouwd. En in tijden van economische crisis kan en mag de christelijke gemeente een levensoriëntatie met veel betere verwachtingen voor de toekomst zichtbaar maken dan de aan promotie verslaafde individualist. In woord en daad. Maar wanneer we die levensrichting als een trap willen voorstellen, is dat wel een trap die enkel naar beneden voert: „Hij moet wassen, maar ik minder worden.” Van demotie naar devotie.
De auteur is hoogleraar gezondheidseconomie aan Tilburg University. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl