Oppositie wil sneller EU-mening van kabinet
DEN HAAG – De oppositie verwijt de regeringspartijen VVD en PvdA dat zij het niet eens zijn over de Europese Unie en over welke bevoegdheden in Brussel moeten liggen en welke in de lidstaten. De oppositie wil ook sneller van het kabinet een nieuwe EU-visie, bleek dinsdag in een Europadebat in de Tweede Kamer.
Aanleiding voor het debat was een recente speech van de Britse premier David Cameron over Europa. Hij kondigde aan bevoegdheden terug te zullen eisen van de EU en daarna een referendum te willen houden over het lidmaatschap van de EU.
Fractievoorzitters van de oppositiepartijen konden er in het Kamerdebat niet bij dat PvdA-leider Diederik Samsom afstand nam van de speech, terwijl Zijlstra stelde dat die leek op een „uitgewerkte versie” van de EU-paragraaf van het regeerakkoord. Samsom zei dat de EU veel meer is dan „de karige interpretatie van Cameron van de unie als een veredelde vrijhandelszone”.
Hij ziet de Unie ook als een waardengemeenschap. Zijlstra was kritischer over de EU en waarschuwde dat het draagvlak voor Europa verdwijnt als er geen bevoegdheden terugkomen naar de lidstaten. Samsom noemde het „nuttig, maar niet het belangrijkste” om regels te schrappen. Belangrijker is dat economieën in de EU naar elkaar toegroeien en gezamenlijk uit de crisis klimmen, zei hij.
Oppositie
De oppositie zag het met verbijstering aan. Alexander Pechtold (D66) sprak van een „idioot schimmenspel”, Geert Wilders (PVV) zei te kijken naar een „schertsvertoning”. Pechtold en CDA-leider Sybrand Buma riepen het kabinet op sneller met een nieuwe visie op de EU te komen en met een lijst over welke bevoegdheden beter niet in Brussel maar in de hoofdsteden kunnen liggen.
„Het kabinet moet de opdracht uit het eigen regeerakkoord veel sneller uitvoeren, want de Europese trein dendert voort”, zei Buma. Hij werd aangevallen en gecomplimenteerd over zijn nieuwe kritische standpunt over Europa en ontkende dat hij ineens tegen de EU was. „Het kan: minder regels vanuit Brussel, maar toch verder met integratie.”
Zijlstra deed laconiek over alle verschillen tussen VVD en PvdA. Hij noemde ze „niet verontrustend” en „geen probleem”. Zijlstra wilde er niet „omheen ouwehoeren” dát er duidelijke verschillen zijn. Maar voor hem is het regeerakkoord leidend en daarbinnen is ruimte voor „nuanceverschillen”. Het kabinet moet die bij elkaar brengen.
Van der Staaij van de SGP gaf Cameron volledig gelijk dat het wel een paar pondjes minder kan met Europa. „Jammer dat premier Rutte daar zo erg mager op reageert, terwijl er juist nu alle reden is om een grote schoonmaak te houden onder de Brusselse regels en de lidstaten zélf weer meer armslag te geven. Samenwerken om concrete problemen op te lossen is prima, maar méér niet.”
Van der Staaij wees erop dat de SGP dit geluid al jaren laat horen, maar dat het altijd als een achterhaald standpunt werd gezien. Nu vinden zijn woorden wel weerklank.
Rutte
Premier Rutte zei in het debat dat het Verenigd Koninkrijk „een zeer belangrijke partner” voor Nederland is. Maar tegelijk zijn Frankrijk en Duitsland dat ook, voegde hij er aan toe.
Rutte ziet zeker drie overeenkomsten met het beleid van de Britse premier David Cameron. Ten eerste het streven om het functioneren van de EU te verbeteren: meer groei en meer banen. Ten tweede het snijden in de totale uitgaven van de EU en vooral ook in de uitgaven aan het bestuur van de EU in Brussel. De derde overeenkomst zit ’m in het „heel scherp” kijken naar welke taken op EU-niveau en welke nationaal door de lidstaten moeten worden uitgevoerd.
Rutte gaf de oppositie toe dat de regeringspartijen VVD en PvdA over allerlei zaken zeer van mening verschillen. Over Europa zijn er „accentverschillen”, zei Rutte.
Hij wees er op dat waar Cameron ruim twee jaar doet over het maken van een lijst van terreinen waar Brussel macht terug moet geven, het kabinet voor zo’n lijst in 6 à 7 maanden neemt. Alle ministeries hebben daarover ook contact met maatschappelijke organisaties. „Dat heeft tijd nodig. Daarmee wordt het geen snel en populistisch lijstje, maar een doorwrocht stuk waarover we een fundamenteel debat kunnen voeren.”
Timmermans
Minister Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken) zei in zijn bijdrage dat hij denkt dat sommige taken beter terug kunnen van de EU naar de lidstaten zelf. Maar hij sluit tegelijk niet uit dat het beter is om andere dingen juist naar Brussel te brengen, bijvoorbeeld om de interne markt te verbeteren.