Duurzame vangsttechniek levert meer vis op
ROTTERDAM – Het lijkt een open deur: duurzame visserijmethoden pakken gunstig uit voor het milieu en voor de hoeveelheid vis in zee. Toch zijn deze effecten pas sinds kort door wetenschappelijk onderzoek aangetoond.
De Marine Stewardship Council (MSC), de organisatie achter het gelijknamige keurmerk voor duurzaam gevangen vis, hield gisteren in Rotterdam een bijeenkomst voor relaties uit de Benelux. Directielid David Agnew is verantwoordelijk voor het certificeringsprogramma.
Met gepaste trots verwijst Agnew naar een rapport van het Britse onderzoeksinstituut MRAG en naar een recent artikel op de wetenschappelijke website PLoS One. Onderzoekers hebben wereldwijd meer dan 200 visserijmethoden met elkaar vergeleken. De uitkomsten mogen er zijn: duurzame technieken leiden tot een beter beheer van de visstand, de bijvangst van ongewenste vis pakt lager uit, er raken minder vogels in de netten verstrikt en de vissers laten meer gebieden met rust.
MSC startte in 1997. De eerste jaren ging het langzaam. In 2006 waren volgens Agnew nog maar tien visserijen gecertificeerd. In de periode 2008-2010 volgde onder druk van de Europese en de Amerikaanse detailhandel een snelle toeloop. Eind 2012 waren wereldwijd 187 visserijen gecertificeerd, tegen 138 begin dat jaar. Een kleine honderd visserijmethoden zitten in beoordeling. MSC-gecertificeerde visserij is op dit moment goed voor 6 procent van de wereldwijde visvangst. In 2017 moet dat 15 procent zijn, zo heeft de organisatie zich tot doel gesteld.
Consumenten komen het MSC-logo steeds vaker op verpakkingen tegen. Het aantal producten dat het keurmerk mag voeren, is vorig jaar gestegen van ruim 13.000 in 80 landen naar ruim 18.000 in 91 landen. Duitsland is met 5000 producten koploper, Nederland volgt met 1642 producten. De Nederlandse supermarkten hebben afgesproken dat in 2015 alle vis die onder het huismerk wordt verkocht, MSC-gecertificeerd moet zijn.
In december kregen de Nederlandse vissers op Noordzeeschol en tong die zijn aangesloten bij de Coöperatieve Visserijorganisatie (CVO) het MSC-certificaat. Het certificaat geldt voor de technieken twinrig, outrig en flyshoot (gedeeltelijk). Tussen 15 december en 1 maart –de paaiperiode van de vis– brengt de CVO geen MSC-gecertificeerde schol aan land.
De meest gebruikte methode waarmee op schol wordt gevist is de boomkor. Deze ligt al jaren onder vuur, omdat de netten met kracht over de zeebodem worden gesleept – met funeste gevolgen voor het bodemleven. De boomkor komt in ieder geval niet voor MSC-erkenning in aanmerking. Wel heeft Agnew veel verwachting van de zogenoemde pulskor, waarbij de vis met stroomstootjes wordt opgejaagd van de bodem. Die techniek is voorlopig echter alleen op proefschaal door de Europese Unie toegelaten.
Mooie presentaties en glimmende folders zijn niet genoeg om de visserman over te halen van techniek te veranderen. Die wil rendement zien. Vertaalt MSC zich in een hogere uitbetaalprijs voor de vis? Agnew erkent dat dit eigenlijk niet het geval is. „De vis brengt vaak wel meer op, maar dat komt niet zozeer door het keurmerk. Vissers die met deze technieken werken hebben meer aandacht voor de kwaliteit van hun product en behalen daardoor een betere prijs.”
Nathalie Steins, MSC-manager voor de Benelux, noemt als voorbeeld de Ekofish Group uit Urk, die al in 2009 het MSC-certificaat in de wacht sleepte. „Kwaliteit is een speerpunt. Ze doen kortere vistrekken, werken met grotere maaswijdtes en kleinere viskisten.“