Kerk & religie

Kerk Frankrijk ziet morele erfenis verdwijnen

In Frankrijk zorgt een reeks progressieve wetsvoorstellen voor behoorlijke reuring in de samenleving. De kerk ziet met het afnemende aantal kerkbezoekers de morele erfenis van het christendom in rap tempo uit de publieke sfeer verdwijnen. Aartsbisschop Laurent Ulrich van Lille zit echter niet bij de pakken neer.

Mark Wallet
4 February 2013 20:21Gewijzigd op 15 November 2020 01:46
De wet op het homohuwelijk, die zaterdag door het Franse parlement kwam, is een aangelegen thema in de Franse samenleving. Foto: demonstrant tegen het homohuwelijk in Parijs. Foto EPA
De wet op het homohuwelijk, die zaterdag door het Franse parlement kwam, is een aangelegen thema in de Franse samenleving. Foto: demonstrant tegen het homohuwelijk in Parijs. Foto EPA

Het aartsbisschoppelijk paleis van Lille ademt de gloriedagen van het rooms-katholicisme. Statige ramen, robuuste deuren, omlijst met pilaren. Ver daarboven een timpaan. Binnen in het gebouw zijn de plafonds hoog, de trappen breed, de tapijten dik.

Maar de bisschoppelijke paleizen in Frankrijk mogen groot zijn en de kathedralen trots, aan alle kanten is duidelijk dat de invloed van de kerk in Frankrijk tanende is. Het Franse parlement stemde zaterdag in het parlement voor een wet die het huwelijk open moet stellen voor homoparen: het ”huwelijk voor ieder”, zoals de voorstanders dat in Frankrijk noemen. Een wet om euthanasie mogelijk te maken, is in aantocht. En of het nog niet genoeg is voor de geplaagde rooms-katholieken in het land, wordt er gesproken over de introductie van het verplichte vak ”seculiere moraal” op alle scholen – religieus of niet.

Het plan voor het vak seculiere moraal volgde in één adem met de aankondiging van een Nationaal Observatorium voor de Laïcité (de Franse versie van de scheiding van kerk en staat). Minister van Binnenlandse Zaken Manuel Valls omschreef het observatorium vorig jaar als een middel om religieuze organisaties nauwlettend in de gaten te houden en mogelijk in te grijpen bij excessen. De in Italië gevestigde katholieke waakhond Dignitas Humanae Instituut sprak daarop van „verontrustende ontwikkelingen” en van een „nieuw dieptepunt in een land dat het universele recht van publieke religieuze uitingen al zwaar aan banden legt.”

Aartsbisschop Laurent Ulrich van Lille, vicepresident van de Franse bisschoppenconferentie, gebruikt terughoudender taal. „Het is nog onduidelijk wat de invulling van het observatorium zal zijn”, zegt hij in het aarts­bisschoppelijk paleis van Lille. „Als het een antireligieus karakter krijgt, is er zeker reden tot zorg. Maar als het observatorium toezicht moet houden op een zekere neutraliteit bij staatsinstellingen, is er niets aan de hand. De staat is in Frankrijk neutraal, dat wil zeggen niet-religieus, maar evenmin antireligieus.”

De christendemocratische parlementariër Christine Boutin omschreef het beleid van de regering-Hollande onlangs als ”kathofobisch”.

„Dat klinkt mij te zwaar. We zijn in dit land als christenen niet in een soort martelaarspositie terechtgekomen. Een zeker antiklerikalisme hoort bij de Franse traditie. Jazeker, wij betreuren de voorgestelde wetgeving rond homohuwelijk en euthanasie van de huidige regering. Maar onder de vorige, rechtse, regering hadden we weer andere dingen om ons zorgen over te maken, zoals de behandeling van Roma.”

Hoe zou u de positie van de kerk in de huidige Franse samen­leving omschrijven?

„We zijn een minderheid in de samenleving geworden: veel Fransen mogen dan nog lid zijn van de kerk, niet meer dan 7 à 8 procent van hen is praktiserend. Toch hebben we in het publieke debat nog een gerespecteerde stem. In de discussie rond het homohuwelijk hebben we onze mening naar voren gebracht, net als overigens de joden, moslims en de protestanten. Daar is zeker naar geluisterd, ook door niet-religieuze Fransen.”

Verbaast u dat?

„Mensen zoeken in toenemende mate weer naar een zeker houvast voor hun moraal, en dat vinden ze bij ons. In Frankrijk leven breed in de samenleving vragen rond het homohuwelijk, zeker waar het de mogelijkheid van adoptie door homoparen betreft en het draagmoederschap. Ook binnen het linkse kamp is er sprake van weerstand.”

Hoe kijkt u aan tegen de komst van het vak seculiere moraal op alle Franse scholen?

„Het is, net als bij het observatorium, nog onduidelijk wat dit precies moet gaan inhouden. De grote moeilijkheid is natuurlijk waar die seculiere moraal op geënt moet worden. Moet dat een moraal zonder God zijn? Maar dan wel één moraal voor heel Frankrijk: voor christenen, moslims, boeddhisten en niet-religieuzen? Ik zie niet hoe dat vormgegeven moet worden. Ik heb vanuit regeringskringen gehoord dat de seculiere moraal de leerlingen vooral moet leren goed met elkaar te leven. Nu goed, dat lijkt me een prima doelstelling.”

Hoe ziet u de toekomst van de kerk in Frankrijk?

„Ik hoop op een kerk van levende gelovigen, die met aantrekkingskracht christen zijn. Een kerk die mensen geen dingen oplegt, maar openhartig uitnodigt tot de vreugde van het geloof. In Frankrijk is de kerk getalsmatig in de marge van de samenleving terechtgekomen, maar ik ben niet in mineur. Ik zie dat juist veel jongeren weer zoeken naar een levensrichting. Ze willen niet leven met een moraal die enkel op economisch gewin is gebaseerd.

In de grote steden zien we nieuwe initiatieven ontstaan van jongeren die rond het geloof samen komen. En er komen bijvoorbeeld ook veel jongeren naar de zondagavondmis. Dat is een viering die ik in mijn loopbaan alleen maar afgeschaft zag worden. Nu wordt die op steeds meer plaatsen weer ingevoerd, met name voor de jeugd. Het gaat over het geheel gesproken niet om grote getallen, maar ze zijn wel opmerkelijk genoeg om hoopgevend te zijn.”


Ds. Claude Baty: Tekenen van secularisatie

Ds. Claude Baty is voorzitter van de Federatie van Protestanten in Frankrijk (FDF), een koepel waarin vrijwel alle protestantse kerken in Frankrijk –van pinkstergroepen tot hervormd– zijn verenigd. Hij ziet de huidige ontwikkelingen als een weerslag van de voortschrijdende secularisatie in Frankrijk.

Net als aartsbisschop Ulrich wil ds. Baty echter niet van een antiklerikale of antichristelijke sfeer spreken. Baty, afkomstig uit een van de vrije, evangelische kerken: „Ja, er zijn sterke antiklerikale geluiden te horen, maar ik geloof niet dat dit sentiment nu opeens veel sterker leeft dan enkele jaren geleden.”

Hoe typeert u de rol van het christendom in het hedendaagse Frankrijk?

„Wat de protestanten betreft: die waren altijd al een kleine minderheid van 3 à 4 procent. Inmiddels zijn de actieve rooms-katholieken echter ook een kleine minderheidsgroep geworden. Ik merk echter dat die kerk sociologisch nog wel een tamelijk grote rol vervuldt.”

Is het mogelijk voor een zo diverse groep als de FDF een duidelijk geluid vanuit protestantse hoek in het publieke debat te laten horen?

„Dat is voor ons altijd een spanningsveld. We vertegenwoordigen een heel breed palet aan opvattingen. Er is binnen de FDF echter wel een beginselverklaring van waaruit we werken. Daar ligt de consensus. Daarbij blijven we een federatie, en dat betekent dat de lidkerken en de afzonderlijke gemeenten er te allen tijde hun eigen visie op na mogen houden.

Wat ik in onze achterban merk, is dat er over het homohuwelijk verschillend wordt gedacht, maar dat er vrij breed moeite leeft met adoptie door homoparen en de mogelijkheid tot draagmoederschap. In onze verklaring over het homohuwelijk hebben we dan ook vooral op deze punten de nadruk gelegd.”

Wat verwacht u voor de toekomst van het christendom in Frankrijk?

„In het algemeen geldt momenteel dat de jonge kerkleden meer betrokken zijn dan de oudere. Dat geeft verwachting. Ik denk dat de kerk van de toekomst een nieuwe vorm zal krijgen, waarbij het christendom geen machtsfactor van belang meer zal zijn. De kerk zal daarbij meer dan nu gedragen worden door de persoonlijke overtuiging van haar leden.”

Een verbetering?

„Als je het mij vraagt: ja.”


„Invloed kerk in Franse samenleving nog altijd groot”

De Franse samenleving mag dan in verre mate geseculariseerd zijn, daarmee is de rol van de kerk in de samenleving nog niet uitgespeeld. „De kerk heeft veel meer invloed dan je op basis van de statistieken zou verwachten”, zegt de Franse socioloog prof. Philippe Portier.

De cijfers laten aan duidelijkheid niets te wensen over: bezocht in de jaren vijftig nog meer dan 30 procent van de Fransen wekelijks de mis, tegenwoordig laat niet meer dan 7 tot 8 procent ten minste eens per maand zijn gezicht in de kerk zien. Nominaal is nog altijd meer dan de helft van de Fransen rooms-katholiek. De protestanten zijn in Frankrijk altijd een marginale groep geweest van hooguit een paar procent. Ook die zijn lang niet allemaal kerkelijk actief.

Toch is daarmee niet alles gezegd, aldus Portier. Portier is directeur van het onderzoeksinstituut Groupe Sociétés, Religions, Laïcités en een expert op het terrein van de relatie tussen kerk en staat in Frankrijk. „Zelfs als Fransen niet meer naar de kerk gaan, blijven ze vaak nog wel verbonden met de katholieke traditie”, zegt hij in zijn werkkamer in Parijs. „We verkeren in Frankrijk momenteel in een economische en morele crisis. Mensen gaan op zoek naar meer stabiliteit en vaste regels om het leven vorm te geven. Dat maakt dat de kerk nog altijd veel mensen kan mobiliseren.”

De Franse bisschoppen hebben zich op een bescheiden, typisch Franse, wijze in het debat gemengd, oordeelt Portier. „In landen als Italië en Spanje reageert de kerk bij ethische thema’s veel feller en roept ze de staat op zich te onderwerpen aan het goddelijk gezag. In Nederland en België stelt de kerk zich vaak meer aan de zijlijn op. De Franse kerk kiest een middenpositie: ze mengt zich in het debat, maar respecteert daarbij de regels van de democratische samenleving. Ze presenteert zich niet als hoeder van de waarheid, maar brengt haar opinie naar voren.”

Die strategie lijkt succesvol. Een verband is moeilijk hard te maken, maar feit is dat de kerk haar kritiek vooral concentreerde op de adoptie van kinderen door homostellen en dat de steun daarvoor onder de Franse bevolking de laatste maanden aanzienlijk is afgenomen. Nu was de kerk zeker niet de enige die dit punt naar voren bracht, maar volgens de Franse krant Le Monde bevond de kerk zich wel „in het centrum van debat.”

Portier: „De verschuiving is hoe dan ook het effect van het publieke debat. Voor de regering was die verandering een complete verrassing.” Of hij er zelf verbaasd over was? „Eerlijk gezegd niet”, zegt hij. „We zien de Franse bevolking al sinds de jaren negentig steeds conservatiever worden. Dit is daarmee in lijn.”

Volgens een recente peiling van onderzoeksbureau IFOP steunt 63 procent de Fransen het homohuwelijk, maar slechts 49 procent de mogelijkheid van adoptie voor homostellen. Over het algemeen geldt: hoe jonger, hoe vaker voorstander van beide. En ook: hoe meer kerkelijk betrokken, hoe vaker tegenstander.

Begrijpt u het verwijt van antiklerikalisme tegen de regering-Hollande?

„Het is ontegenzeggelijk waar dat er wetten voorliggen die de kerk uitermate betreurt. Toch geloof ik dat de veranderingen ten opzichte van de regering-Sarkozy niet overdreven moeten worden. In feite gaat het om drie dingen. Eén: Hollande wil af van de praktijk in de departementen Elzas en Moezel waar geestelijken uit de staatskas worden betaald. Twee: Sarkozy benadrukte geregeld dat Frankrijk een land met christelijke wortels is, dat doet Hollande niet. Drie: de aankondiging van het observatorium voor de laïcité.”

Gaat de laïcité weer strenger gehandhaafd worden?

„Heel lang is er vrij soepel met de laïcité omgegaan in Frankrijk. Ik kan veel voorbeelden geven van statelijke betrokkenheid bij de kerk waarbij men zich in buurlanden in de ogen zou wrijven. De introductie van het observatorium is natuurlijk een signaal, maar is in feite al een plan vanuit de vorige, rechtse, regering. Wellicht gaan we nu weer naar een wat striktere handhaving van de laïcité.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer