De Dow-Jonesindex noteerde ruim een half uur voor het slot 0,7 procent lager op 13.914 punten en de brede S&P 500 index zakte 0,9 procent tot 1499 punten. Technologiebeurs Nasdaq verloor 1,2 procent en stond op 3141 punten.

Kort na de opening van de beurzen bleek dat de fabrieksorders in de VS in december met 1,8 procent zijn gestegen ten opzichte van de voorgaande maand. Economen hadden gemiddeld gerekend op een groei van 2,3 procent ten opzichte van november. In die maand daalden de orders volgens een naar beneden bijgesteld cijfer met 0,3 procent ten opzichte van oktober.

Beleggers maakten zich ook zorgen over een mogelijke terugkeer van Silvio Berlusconi op het Italiaanse politieke toneel en een corruptieschandaal in Spanje dreef ook de ongerustheid over dat land weer op.

„De markt staat op het punt om wat gas terug te nemen. Dat is geen verrassing, mensen zoeken een excuus om winst te nemen”, aldus een Amerikaanse analist.

Onder bedrijven was onder meer WalMart een opvallende daler met een verlies van ruim 1,2 pocent. De supermarktketen kreeg een afwaardering te verwerken. Hetzelfde lot trof olieproducent Chevron, dat 0,7 procent lager stond. Softwareproducent Oracle daalde 2,75 procent nadat het bedrijf een overname had aangekondigd. Boeing, dat eerder flink verloor nadat bekend werd dat Japan Airlines over een schadevergoeding wil praten door het uitvallen van de Dreamliner, noteerde juist een winst van 0,7 procent.

De euro was 1,3515 dollar waard, tegen 1,3540 bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse olie daalde 1,5 procent tot 96,29 dollar per vat. Brentolie werd 1 procent goedkoper op 115,65 dollar.