Opinie

Spiritualiteit

De Maand van de Spiritualiteit is afgesloten. Hij begon met een massale meditatie in Amsterdam. Plotseling waren er tussen toeristen en koopjesjagers honderden religieuze en non-religieuze levenskunstenaars, die in de ijzige koude op het Museumplein hun ogen dichtdeden en ter plekke begonnen te mediteren: een flashmob. Nu is de Maand van de Spiritualiteit voorbij. Jammer voor die 1504 Facebookgebruikers die dit initiatief ”likeden” door de vind-ik-leukbutton aan te klikken.

dr. S. D. Post
4 February 2013 13:27Gewijzigd op 15 November 2020 01:44

Voor christenen is het hele jaar vol van spiritualiteit. Ze beginnen niet alleen ieder jaar, maar zelfs iedere week met een dag van spiritualiteit, hoewel ze dat niet graag zo benoemen. Liever gebruiken ze woorden als geloven, bidden of godsdienstig leven. Spiritualiteit voelt al snel als een te breed begrip, te verwaterd. Alles past erin. Van happinez tot heiligheid. Dat moet je niet hebben bij godsdienstige zaken. Er is een leer, er zijn kaders, je bent binnen of buiten. De spiritualiteit van de initiatiefnemers van deze maand is niet die van de christen. Toch zou een arrogante houding tegenover dit initiatief ongepast zijn. Het lijkt me dat we de maand op zijn minst hadden kunnen gebruiken om na te denken over onze invulling van spiritualiteit.

Toevallig of niet, midden in de maand van de spiritualiteit begon onze dominee zijn preek over de tekst: „De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door de mond Gods uitgaat.” Het was verrassend, hoe hij dat uitlegde. Het betekent niet dat we behalve aan eten tijd moeten besteden aan Bijbellezen, behalve aan werken aan bidden. Deze tekst betekent wezenlijk iets anders. Het betekent dat brood eten geen zin heeft als het niet door God wordt gezegend.

Wij zijn het denken van verbondenheid tussen het geestelijke en het natuurlijke kwijtgeraakt. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van de westerse cultuur na de verlichting. En dat terwijl spiritualiteit, het besef dat er meer is dan het tastbare, in de menselijke genen zit! Ook al laat je je midden in de jungle afzetten, waar nog nooit enig contact met de buitenwereld is geweest, is er spiritualiteit, het besef dat boven en beneden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De goden van het bos, de geesten van de voorvaderen, zijn betrokken bij misoogsten, gezondheid en ziekte. Maar door onze positivistische manier van denken verdween God uit het dagelijks leven en werd Hij geparkeerd voor de zondag en andere devotionele momenten.

Ik denk wel eens dat de prediking in bevindelijke kringen deze gedachte soms ongewild en onbewust versterkt. Deze periode van het kerkelijk jaar wordt er vaak gepreekt uit de evangelieën: over de Kananese vrouw, de blindgeborene, de hoofdman over honderd, de bloedvloeiende vrouw, de vader van de maanzieke knaap. In preken over deze stof wordt de aandacht al snel gevestigd op onze geestelijke nood. Wie beladen met zonde tot Hem vlucht, alles van Hem verwacht, het oog van het geloof op Hem slaat, die zal vergeving ontvangen. Maar deze mensen kwamen niet voor hun zonden. Ze spreken niet over wedergeboorte of bekering. Ze kwamen voor wat wij noemen tijdelijke noden, lichamelijke noden. Een zieke knecht, een zieke zoon of dochter.

Toch zegt de Heere Jezus: „Groot is uw geloof”, terwijl het gaat om lichamelijke, natuurlijke dingen. Dan zou de preek toch ook over het hier en nu moeten gaan. Of niet? Er is immers een andere kant. We zien in kerken om ons heen hoe verwoestend en desolaat het is als de preek zich richt op het aardse leven. Het probleem is dat we denken in ”of of”. Te gemakkelijk scheiden we het geestelijke en het natuurlijke. Het is een geestelijke daad, gewerkt door de Heilige Geest, als we in dingen van het aardse leven al ons vertrouwen stellen op de Heere alleen. Dat mag in de preken over deze geschiedenissen nadrukkelijk een thema zijn. En ja, dat geloof wordt ervaren tegen de achtergrond van de eigen onwaardigheid. Wie met lichamelijke noden vlucht tot Christus wordt net zo goed gesteld tegenover de heiligheid van God. Ook dan is het een onmogelijke zaak. Wie ben ik, dat Hij naar mij omkijkt? „Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp.”

Zeker, ziekte is een beeld van geestelijke ziekte. Melaatsheid een verwijzing naar geestelijke melaatsheid. Het zou een geweldige verarming zijn als dat niet meer in de preken benadrukt zou worden. Tegelijk raken we uit het spoor als we deze zaken scheiden. (vgl. 1 Kor. 11:30; Jak. 5:15-16a)

We kunnen onze gedachten hebben over de Maand van Spiritualiteit. Maar laat ons dat niet verhinderen kritisch na te denken over onszelf. Het thema van de maand was stilte. Stilte voor meditatie. Daarbij kunnen we aansluiten. Stil nadenken over God en ons leven. Heb ik in de kleinste dingen van het leven Hem nodig? Wie daar niets van kent, mist niet alleen veel vreugde en verwondering, maar ook de ware spiritualiteit, de inwerking van de Heilige Geest.

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer