Rellen in Pakistan na begrafenis politicus
De begrafenis van de maandag vermoorde Pakistaanse politicus Maulana Azam Tariq is dinsdag uitgelopen op rellen waarbij de politie en relschoppers op elkaar schoten. In de hoofdstad Islamabad staken honderden seminariestudenten een sjiitisch grafmonument en een bioscoop in brand, sloegen winkelruiten kapot en zongen antisjiitische leuzen. Een 24-jarige man die in de bioscoop werkte, overleed door het inademen van rook, acht mensen raakten gewond.
Tariq, parlementslid en leider van de door president Pervez Musharraf verboden extremistische soennitische groep Sipah-e-Sahaba, werd doodgeschoten toen aanvallers maandag het vuur openden op de auto waarin hij zat. Ook twee lijfwachten en de chauffeur van de auto kwamen om. Gevreesd wordt dat de moordaanslag een langdurige golf van sektarisch geweld in Pakistan zal ontketenen.
Een voorheen onbekende groep, de Fedayeen Imam Mahdi, eiste de verantwoordelijkheid voor de aanslag op. In een e-mailboodschap aan journalisten beschuldigde de groep Tariq van samenwerking met Joden om de islamitische wereld te splijten. Het was niet mogelijk de authenticiteit van de boodschap te verifiëren.
Hoewel Tariq ontkende geweld te steunen, wordt zijn groep verantwoordelijk gesteld voor meer dan 400 moorden op voornamelijk sjiitische moslims. Sipah-e-Sahaba heeft ook nauwe banden met de voormalige Afghaanse Taliban-leiders. Tariq werd aan het begin van de Amerikaanse militaire operatie in Afghanistan vastgezet om te voorkomen dat hij demonstraties ter ondersteuning van de Taliban zou aanvoeren. Terwijl hij vastzat, won hij in oktober vorig jaar een parlementszetel. Kort daarop gelastte een rechtbank zijn vrijlating.
In Islamabad werd Tariq herdacht door collega’s in het parlement. „Het hele huis zal hem missen”, zei parlementsvoorzitter Chaudhry Ameer Hussein, „hij was een van de beste politici in het parlement.”
Het geweld brak uit nadat duizenden mensen hadden deelgenomen aan een rouwbijeenkomst bij het parlementsgebouw, waar enkele honderden zwaarbewapende politieagenten waren opgesteld. „Sjiieten zijn ongelovigen”, werd er geroepen vanuit de menigte. Na een gebed voor de overledene renden honderden seminariestudenten gewapend met stokken een nabijgelegen winkelwijk in, waar zij de bioscoop, een van de weinige in de Pakistaanse hoofdstad, en het ook bij soennieten populaire monument in brand staken.
In Jhang, een stad op 290 kilometer ten zuidwesten van Islamabad waar Tariqs lichaam later voor de begrafenis heen werd gevlogen, braken ook onlusten uit. Drie politieagenten raakten daarbij gewond, van wie twee ernstig. Een sjiitische moskee en een pompstation werden in brand gestoken en in een stadion waar rond 4000 mensen op de aankomst van het lichaam wachtten, klonken schoten. Er werden leuzen geroepen tegen de sjiieten en tegen Musharraf. De president werd onder andere uitgemaakt voor „hond.”
De meeste scholen en winkels in Jhang waren gesloten en honderden politieagenten patrouilleerden in de straten met vrachtwagens waar machinegeweren op waren gemonteerd. Jhang is het voormalig centrum van Tariqs sektarische politieke beweging en zijn lichaam zou worden bijgezet in een gebouw dat ooit als hoofdkantoor van Sipah-e-Sahaba heeft gediend.
Er zijn geen arrestaties verricht in het onderzoek naar de aanslag, maar Tariqs aanhangers hadden hun oordeel al klaar. Volgens Maulana Ali Sher Haideri, de voorzitter van Tariqs partij Millat-e-Islamia, beschuldigde Iran en de Pakistaanse minister van Binnenlandse Zaken, Faisal Saleh Hayyat. „We zijn er 100 procent zeker van dat Iran en Faisal Saleh Hayyat de hand hebben in deze tragedie”, zei hij.
Een andere soennitische leider, sjeik Hakim Ali, gaf de sjiieten de schuld en zei dat de antisjiitische agenda van Tariq zal worden uitgevoerd. „Het martelaarschap van Azam Tariq is voor ons een kwestie van trots. Wij zullen zijn missie voortzetten.”
De meeste sjiieten en soennieten in Pakistan verdragen elkaar goed, maar kleine extremistische groepen aan beide kanten zorgen voor veel onrust. Vorige week werden zes sjiieten gedood bij een aanval op een bus in de zuidelijke havenstad Karachi. En in juli kwamen meer dan vijftig sjiieten om bij een aanval op een moskee in Quetta, in het zuidwesten. Aanslagen op soennieten komen ook regelmatig voor.
Ook elders in Pakistan waren de veiligheidsmaatregelen dinsdag verscherpt. In de noordelijke stad Gilgit blokkeerden demonstranten wegen en zongen antisjiitische leuzen. Vijf mensen raakten gewond bij schermutselingen met de politie.