Vrijwaring van ‘twintigste kaper’ stuit op verzet
De aanklagers in de zaak tegen de zogenoemde twintigste kaper van 11 september 2001, Zacarias Moussaoui, hebben beroep aangetekend tegen de beslissing van een federale rechter. Die vrijwaarde de verdachte van de doodstraf.
Rechter Leonie Brinkema besloot afgelopen donderdag dat de aanklagers geen doodstraf kunnen eisen tegen de enige man in de Verenigde Staten die is aangeklaagd in verband met de aanslagen op het World Trade Center en op het Pentagon in 2001. De magistrate seponeerde ook een aantal aanklachten tegen Moussaoui, omdat de Amerikaanse regering hem niet toestond een aantal gevangengenomen strijders van al-Qaida te verhoren.
„De zaak moet voor het eind van het jaar vóórkomen”, aldus raadsman Edward MacMahon van de gedaagde dinsdag. Het beroep zal worden behandeld door een federaal hof van beroep in Richmond, Virginia.
Moussaoui houdt vol onschuldig te zijn aan de hem ten laste gelegde feiten. Hij zegt niets te maken hebben gehad met de kaping van de toestellen die zich in het World Trade Center en het Pentagon boorden. Wel heeft hij toegegeven contacten te hebben onderhouden met het al-Qaida-terreurnetwerk van Osama bin Laden.
Als onderdeel van de verdediging willen Moussaoui en zijn advocaten onder anderen het vermeende brein achter de aanslagen Khalid Sheikh Mohammed ondervragen. Ook willen ze Mustafa Ahmed al-Hawsawi, een van de vermeende financiers horen, en Ramzi al-Shaibah, een coördinator van de acties. De Amerikaanse autoriteiten willen dat echter niet.