Papoea’s buitenspel bij ontwikkeling
AMERSFOORT – De Papoea’s in Indonesië worden bij de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen in hun provincie volledig gemarginaliseerd.
Dat was een van de trieste conclusies op de jaarlijks gehouden Papoea Solidariteitsdag, zaterdag in Amersfoort. De bijeenkomst, met sprekers uit Papoea zelf, stond dit keer in het teken van de kwestie van grondbezit. De dag werd georganiseerd door de Werkgroep Papoea Solidariteitsdagen.
Bestond het economisch systeem in Indonesië onder president Suharto (1968-1998) uit een op het Westen georiënteerde roofeconomie, tegenwoordig gaat het er om een groeimarkt à la China en India, met 6 procent groeipercentages, voornamelijk Aziatische multinationals en veel geld.
Daarbij is de verhouding tussen Jakarta en de Papoea’s er een van patroon en cliënt. Er worden in Papoea grote ontwikkelingsprogramma’s opgezet, met het oog waarop massaal immigranten worden ingevlogen.
Maar dramatisch is dat er bij dit ontwikkelingsproces geen rekening wordt gehouden met traditionele Papoeagebruiken en -belangen. De inheemse bevolking wordt daardoor niet alleen een slinkende minderheid in eigen land, maar bovendien sociaal naar de marge gedrongen.
Concessies
Terwijl de Papoea’s van oudsher sterk gehecht zijn aan hun eigen grond en er hun levensonderhoud uit halen, staat in de Indonesische grondwet dat het land aan de staat behoort. Dat betekent in de praktijk dat Jakarta concessies aan buitenlandse bedrijven geeft om gas, olie, kolen en dergelijke te winnen.
Met name ds. Zefnat Kudubun uit een afgelegen gebied in het zuidelijke Meraukedistrict maakte zaterdag in Amersfoort duidelijk hoe hierbij over de Papoea’s heen wordt gewalst.
Soei Liong Liem van de Britse mensenrechtenorganisatie Tapol stelde dat het de Indonesische regering in Papoea voor alles gaat om versnelling en uitbreiding van economische groei en het scheppen van een brede middenklasse.
Aanvankelijk hoopte hij nog dat een speciaal met het oog op overleg met Papoea’s ingestelde commissie (UP4B) zou helpen om de bevolking serieus bij het proces te betrekken. Maar ook daarin is hij nu teleurgesteld. En wat de beloofde interne autonomie betreft, daarover wil de regering pas praten als haar economische doelen zijn bereikt. Dan echter zullen de Papoea’s misschien nog maar 40 procent van de bevolking uitmaken.
Geen dialoog
Ook weigert president Yudhoyono het begrip dialoog in de mond te nemen, geschrokken als hij is van de consequenties daarvan in Oost-Timor (onafhankelijk) en Atjeh (vergaand autonoom). Hij heeft het wat Papoea betreft hoogstens over „constructieve communicatie”, wat dat dan ook inhoudt.
De eveneens uit Papoea afkomstige Zepter Manufandu wees erop dat in sommige streken zelfs honger is ontstaan. Dat is het effect van het op het straffe van uitsluiting van onder andere medische zorg pressen van de Papoea’s om hun land af te staan.
De Papoease Leonie Tanggahma poogde nog enig optimisme de vergadering in te dragen. Zij vertelde dat in het kader van Foker, een netwerk van ngo’s in Papoea, wel degelijk een dialoog wordt nagestreefd. Maar, gaf ook zij toe, als er niet snel iets gebeurt, hoeft het niet meer. Want dan zijn de Papoea’s als volk opgehouden te bestaan.
De Papoea’s zijn de oorspronkelijke bewoners van het eiland Nieuw-Guinea en enkele naburige eilanden. Ze wonen verspreid over twee landen: Indonesië (de provincies Papoea en West-Papoea, voor 2000 samen Irian Jaya) en Papoea-Nieuw-Guinea.