Een ruime minderheid van de studenten en hoogleraren (tegen de 30 procent) vindt dat de opleidingen beter zijn geworden. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO en onderzoeksinstituut IOWO in opdracht van het weekblad Elsevier, dat de resultaten deze week presenteert.

Verder geven zeven op de tien van de ondervraagde studenten aan dat zij van plan zijn hun masteropleiding aan de universiteit te volgen waar ze ook bachelor zijn geworden. Een op de tien studenten wil de masterstitel in het buitenland behalen. Het bama-stelsel was onder meer bedoeld om studenten mobieler te maken en hen meer over de grens te laten studeren.

Het zogeheten bama-stelsel, dat vorig jaar werd ingevoerd, betekent dat universitaire studies in tweeën worden geknipt: een bachelordeel van drie jaar en een masteropleiding van een of twee jaar. Hbo-studenten volgen een bacheloropleiding.

Verder vroeg TNS NIPO zoals elk jaar studenten hun eigen opleiding te beoordelen. Dit jaar werden 8800 studenten ondervraagd. Studenten aan de Universiteit Maastricht waren het meest ingenomen met het onderwijs dat ze volgen: drie van de vijf opleidingen waarover ze zich mochten uitspreken eindigden op de eerste plaats.

Hbo-opleidingen worden door Elsevier eenmaal in de vier jaar onderzocht. In de afgelopen vier jaar beoordeelden studenten 37 opleidingen, waarbij drie hogescholen er als toppers uitkwamen: de Hogeschool Zuyd (Limburg), de Christelijke Hogeschool Ede en de RK Technische Hogeschool Rijswijk.

Voor het eerst liet Elsevier onderzoeksinstituut IOWO hoogleraren ondervragen over de kwaliteit van het onderzoek en wetenschappelijke publicaties. Bij de grotere universiteiten kwam de Rijksuniversiteit Groningen als beste uit de bus. Van de kleine universiteiten heeft Tilburg in de ogen van de 1300 geënquêteerde hoogleraren het beste onderzoek verricht, bij de technische universiteiten geldt dat voor de TU Eindhoven.