Beleving van het wereldnieuws
Van jongeren die vandaag opgroeien, wordt wel gezegd dat ze alles tegelijk doen – huiswerk maken, chatten, radio luisteren, noem maar op. En: dat ze dat alles doen met een ongekende oppervlakkigheid. Dat laatste is overigens iets wat ze zelf ontkennen.
Maar van wie zouden ze dat jongleren met het leven hebben afgekeken? Van hun ouders natuurlijk, en van al die andere volwassenen om hen heen. Het moderne bestaan zelf is immers doordrenkt van gelijktijdigheid.
Dankzij de media is de wereld een dorp geworden, zeggen we dan. Was het maar waar! Want dorpsleven is eenvoud, traagheid. Ons bestaan lijkt eerder een paneel vol nerveuze schermen die elk hun eigen beelden tonen, steeds vanuit verschillende hoeken.
Wie er één stilzet, ziet deze opname uit de Syrische stad Homs. De verschrikking van de oorlog, de sfeer van doodsangst, van genadeloze vergelding en meedogenloze vernietiging grijpt je naar de keel zodra je inzoomt en details ontwaart. Of juist uitzoomt en het totaalbeeld op je in laat werken. Maar hoe lang duurt zoiets? En hoe aandachtig is het? De martelkamer die Syrië heet bestaat naast, ja is er tijdens al onze eigen sores, onze weekendboodschappen, ons Oranjegevoel, onze visites en vakantieplannen.
En daarom is diepdoorleefde gelijktijdigheid constante verstoring, afbraak en dus onleefbaar – en om die reden is het iedere dag oppassen geblazen. Wie oppast kijkt zijn ogen uit, maar houdt het oppervlakkig en neemt afstand.
De wereld een dorp? Het is eerder een bizarre lappendeken waarin we ons hebben gewikkeld. Maar in plaats van warmer, worden we er misschien wel kouder, want onverschilliger door.