Dat blijkt vrijdag uit een artikel in het februarinummer van het populairwetenschappelijke tijdschrift Weet Magazine naar aanleiding van een onderzoek van universiteit van Montreal.

„Pesten heeft niet alleen kortetermijngevolgen, maar het laat ook fysiologische veranderingen na die op latere leeftijd van invloed kunnen zijn op de geestelijke gezondheid van het slachtoffer”, aldus hoofdonderzoeker Isabelle Ouellet-Morin in een interview met de Australische omroep ABCnews.

Voorheen werd aangenomen dat DNA onveranderlijk was. Dit blijkt echter niet het geval. Uit het Canadese onderzoek blijkt dat door pesten het zogenaamde SERT-gen verandert. Het gen wordt daardoor minder vaak of op andere momenten gebruikt om SERT-eiwit aan te maken. Dat eiwit is belangrijk voor het transport van serotonine, een signaalstof die stemming en zelfvertrouwen beïnvloedt. Ook speelt het een rol bij het ontstaan van depressies, aldus Weet Magazine.

Uit de studie blijkt ook dat een verandering rond het SERT-gen voorafgaat aan de verminderde aanmaak van het stresshormoon cortisol.

Het gevolg is dat kinderen die worden gepest of mishandeld minder effectief omgaan met stress, meer sociale problemen hebben, te maken kunnen krijgen met stemmingswisselingen of depressies, agressiever reageren en zichzelf hebben emotioneel minder in de hand en vaker agressie vertonen, aldus Ouellet-Morin.

Niet op een redelijke manier reageren op stress is ongezond, schreef ze onlangs in Psychology Medicine.

„Het is normaal om boos te zijn als je wordt gepest”, stelt Ouellet-Morin. „Kinderen die vaak gepest worden, kunnen dat echter niet meer. Ze reageren er niet of juist overdreven heftig op. Niet weten om te gaan met die stress is net zo schadelijk als een overdreven reactie.” De nieuwe studie suggereert dat gepeste kinderen twee keer zo veel kans lopen op een psychische stoornis.