Ooggetuigen zeiden tegen Amnesty dat er in de stad Sévaré op de avond voor de Franse interventie meer dan 20 burgers zijn geëxecuteerd van wie het leger dacht dat ze banden hadden met de rebellen. Ze waren in veel gevallen gearresteerd op zwakke gronden, zoals op basis van de kleding die iemand droeg of hun etnische achtergrond, meldden de getuigen. Eerder zei de mensenrechtenorganisatie FIDH al dat het leger zich schuldig maakte aan standrechtelijke executies.

Ook pakt het leger volgens Amnesty willekeurig mensen op. De organisatie sprak met enkele gevangenen, die aangaven te zijn geslagen en op andere manieren slecht te worden behandeld.

Volgens Amnesty zijn er bij een luchtaanval van de Franse en Malinese troepen in Konna vijf burgers, onder wie drie kinderen, omgekomen, op de eerste dag van de Franse interventie. De luchtaanval was bedoeld om de opmars van de rebellen te stoppen. De Fransen ontkennen dat ze daar op dat moment een luchtaanval hebben uitgevoerd.

Ook de islamistische rebellen maken zich schuldig aan mensenrechtenschendingen, heeft de organisatie geconstateerd. Zo zijn er aanwijzingen dat de rebellen moorden op hun geweten hebben en dat ze kindsoldaten ronselen. Ooggetuigen vertelden Amnesty hoe militanten zonder vorm van proces vijf gevangengenomen gewonde soldaten doodden in Diabaly. Ook een gevangengenomen burger werd gedood.