Moordverdachten wilden inbreken
AMSTERDAM (ANP) – Melvin R. en Miquel K., verdacht van de uiterst gewelddadige moord op het Amsterdamse paar Henk Opentij en Mary Run in 1997, hadden een inbraak voor ogen. R. had sleutels van de woning van de 79-jarige Opentij op straat gevonden, zo heeft hij na zijn arrestatie in oktober verklaard.
Dit bleek woensdag tijdens een pro-formazitting in de zaak. R. en K., beiden 34 jaar oud, hebben beiden een bekentenis afgelegd. De confrontatie met de slachtoffers in de woning van Opentij leidde tot een uitspatting van geweld. De moordpartij heeft volgens de beide verdachten nog geen kwartier geduurd.
De politie kon de zaak destijds niet tot een oplossing brengen. In 2009 werd het onderzoek heropend. Op de kleding van de slachtoffers werden nieuwe DNA-sporen gevonden. Een vergelijkend onderzoek onder 137 mannen leverde niets op, maar een DNA-verwantschapsonderzoek bracht de recherche wel een stuk dichter bij een mogelijke dader. Nadat Peter R. de Vries het onderzoeksteam een tip doorgaf die bij hem was binnengekomen, kwamen R. en K. in het vizier.
In het onderzoek werden de verdachten geobserveerd en telefonisch afgeluisterd. Ook werd afluisterapparatuur in een woning en een auto geplaatst. Volgens officier van justitie Hetty Hoekstra heeft dit ondersteunend bewijs opgeleverd. De tip aan Peter R. de Vries kwam voort uit het feit dat R. met mensen over de zaak heeft gesproken.
Melvin R. heeft geweigerd mee te werken aan een onderzoek naar zijn psyche. Aanklaagster Hoekstra wilde dat beide verdachten naar het Pieter Baan Centrum, de gedagskundige observatiekliniek van justitie, gestuurd zouden worden. De rechtbank zag daar voor R. geen heil in, gezien zijn weigerachtige houding. In het geval van K. wil de rechter de rapporten van een psycholoog en een psychiater afwachten.
De zaak wordt later dit jaar voortgezet.