Brussel blokkeert inderdaad overname TNT
BRUSSEL (ANP) – De overname van het Nederlandse koeriersbedrijf TNT Express door de Amerikaanse branchegenoot UPS stuit inderdaad op grote bezwaren van Brussel. De Europese Commissie liet woensdag weten dat het inmiddels afgeblazen huwelijk tussen de twee bedrijven voor ernstige concurrentieproblemen zou hebben gezorgd in 15 EU-lidstaten, waaronder Nederland, wat betreft de bezorging van kleine pakketjes naar andere Europese landen.
Consumenten en bedrijven zouden volgens Europees commissaris Joaquin Almunia (Concurrentie) de dupe zijn geworden van de overname, omdat prijzen ongetwijfeld omhoog zouden zijn gegaan. „We hebben met UPS hard gewerkt aan oplossingen, tot ver in de procedure, maar wat zij aanboden was simpelweg niet genoeg om de serieuze problemen weg te nemen.”
De Brusselse bezwaren komen dan ook niet onverwacht. Half januari lieten TNT en UPS weten af te zien van de miljardenovername wegens de Europese zorgen. UPS was bereid circa 5,2 miljard euro te betalen voor TNT.
De commissie gaf woensdag aan dat UPS bereid was om in de 15 landen waar de bezwaren golden onderdelen van TNT te verkopen. De koper zou daarbij 5 jaar lang toegang krijgen tot het Europese luchtnetwerk van UPS en TNT. Dat was echter niet genoeg om de concurrentiebezwaren weg te nemen.
Uit een toelichting van de commissie blijkt verder dat alleen DHL en FedEx werden gezien als concurrenten voor het gezamenlijke UPS en TNT, omdat zij als enige beschikken over zowel een wegtransport- als een luchttransportnetwerk. Andere koeriersbedrijven zijn in Europa afhankelijk van wegtransport. Omdat het marktaandeel van FedEx in veel Europese landen beperkt is, zouden alleen DHL en UPS overblijven. Daarmee zouden klanten in de visie van Brussel te weinig keuze hebben gehad.
Almunia sprak zijn verbazing uit over de aftocht van UPS eerder deze maand. „Er was nog tijd om een oplossing te vinden”, zei hij in een toelichting.
UPS liet woensdag nogmaals weten dat de overname van TNT Express volledig van de baan is. Het bedrijf gaf aan „teleurgesteld” te zijn over de opvattingen van de Europese Commissie ten aanzien van de overname.