Asscher zegde dat woensdagmiddag toe in een debat met de Tweede Kamer over de koopkrachtcijfers die het Nibud onlangs publiceerde. Daaruit blijkt dat bijna alle Nederlanders dit jaar minder te besteden hebben dan in 2012. De koopkrachtdaling, voor het vierde jaar op rij, loopt volgens het Nibud op tot 7,7 procent voor AOW’ers met een aanvullend pensioen.

De Tweede Kamer toonde zich bezorgd over de koopkrachtdaling van met name ouderen, maar volgens Asscher wijkt die niet af van die van andere huishoudens. In een gisteravond verstuurde brief aan de Kamer erkent Asscher dat de koopkracht van ouderen onder druk staat. Volgens de PvdA-bewindsman wijkt de inkomensdaling echter niet af van die van andere groepen en geldt ze bovendien niet voor alle ouderen. Zo zien volgens hem ouderen met een laag inkomen hun koopkracht in een veel „beperktere mate” afnemen.

Asscher benadrukt daarnaast dat de koopkrachtteruggang „voor het overgrote deel” niet veroorzaakt wordt door maatregelen van het huidige kabinet, maar van Rutte I en het lenteakkoord. Onder Rutte II worden ouderen, aldus Asscher, juist relatief ontzien. De forse min voor ouderen met een aanvullend inkomen is volgens hem niet te wijten aan de overheid, maar aan de kortingen die veel pensioenfondsen zullen doorvoeren gezien hun financiële situatie.

Tijdens het debat bleek opnieuw dat veel partijen in meer of mindere mate verantwoordelijk zijn voor de brede koopkrachtteruggang.

Naast de regeringspartijen VVD en PvdA waren ook de PVV, GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP de afgelopen twee jaar betrokken bij maatregelen die de koopkracht nu gaan raken.

Zo stelde PvdA-Kamerlid Hamer tegenover GroenLinks-Kamerlid Voortman dat het huidige kabinet voor specifieke groepen de inkomensachteruitgang juist heeft verzacht ten opzichte van de maatregelen waarvoor haar partij verantwoordelijkheid nam in het lenteakkoord. „U heeft daar zelf het pensioenakkoord om zeep geholpen”, stelde ze.

Hamer gaf wel aan dat ze zich zorgen maakt over de positie van met name ouderen met een klein pensioen (circa 10.000 euro per jaar). Die groep worden volgens haar getroffen door een opeenstapeling van fiscale ingrepen en bezuinigingen.

Hamer wil dat dit vraagstuk de aandacht krijgt tijdens het overleg dat de bonden en werkgevers de komende maanden zullen voeren met het kabinet over het stimuleren van de economie en het bestrijden van werkloosheid.

Volgens de oppositie vertroebelen de cijfers van Asscher de werkelijke koopkrachtteruggang omdat ingrepen in onder meer de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten hierin niet zouden zijn meegenomen.